De grote vraag rond Ketikoti is elk jaar weer: biedt de regering excuses aan voor het slavernijverleden?
Hoogstwaarschijnlijk niet.
De grote vraag rond Ketikoti is elk jaar weer: biedt de regering excuses aan voor het slavernijverleden?
Hoogstwaarschijnlijk niet.
Op 1 juli wordt gevierd dat Nederland 157 jaar geleden (in 1863) de slavernij afschafte in Suriname en de Nederlandse Antillen. Ruim 45.000 oorspronkelijk Afrikaanse tot slaaf gemaakte mensen kwamen toen vrij. Normaal zijn er grote evenementen, die gingen vanwege corona niet door. Wel zijn er herdenkingen op kleinere schaal.
Ook dit jaar zijn officiële excuses onderwerp van gesprek: in juni riep GroenLinks-leider Jesse Klaver premier Rutte op om vandaag tijdens Ketikoti sorry te zeggen voor het verleden. “Een sorry voor toen is zoveel meer dan een excuus. Het is de krachtige erkenning van de pijn van velen. Het zegt tegen iedereen die nu in actie komt tegen racisme: ik zie je.”
Lees ook
Jesse Klaver wil dat Rutte namens Nederlandse regering sorry zegt voor slavernijverleden
De regering heeft toch al spijt betuigd voor het slavernijverleden?
Klopt. De regering heeft dat een paar keer gedaan: in 2001 zei minister Van Boxtel op een antiracismeconferentie van de VN in Zuid-Afrika dat Nederland “diepe spijt, neigend naar berouw” heeft.
Twaalf jaar later, precies 150 jaar na de afschaffing, betuigde de regering bij monde van minister Asscher ‘diepe spijt en berouw over hoe Nederland is omgegaan met de menselijke waardigheid’. Hij kreeg applaus, maar ook kritiek: veel Surinamers waren boos en ontevreden over het ontbreken van excuses.
Minister Ollongren herhaalde in 2019 Asschers woorden min of meer toen partij Denk om excuses vroeg: “Evenals voorgaande kabinetten, heeft het kabinet diepe spijt en berouw over hoe Nederland is omgegaan met de menselijke waardigheid ten tijde van het slavernijverleden.”
Wat is het verschil tussen spijt betuigen en excuses aanbieden?
Dat zit vooral in het juridische aspect. ‘Excuus’ kan betekenen dat Nederland aansprakelijk wordt gesteld en daardoor in de toekomst herstelbetalingen moet doen. Nabestaanden kunnen dan een schadevergoeding ontvangen.
De Rotterdamse burgemeester Aboutaleb zei in 2018 dat de Nederlandse overheid excuses zou moeten maken voor het slavernijverleden. “Asscher heeft diepe spijt betuigd in 2013. De volgende stap is excuses. Daar roep ik het kabinet toe op.” Gisteren voegde hij daaraan toe: “Een gezonde natie staat wel stil bij zijn eigen geschiedenis.”
Hoe zit het met de Belgische koning Filip en onze eigen koning Willem-Alexander?
Koning Filip verraste gisteren vriend en vijand met zijn spijtbetuiging aan Congo voor gruweldaden die daar onder Belgisch bewind zijn gepleegd. Spijt dus, geen officiële excuses. Daar had de politiek achter moeten staan.
Koning Willem-Alexander deed dat in maart wél, tot grote verbazing – en consternatie – van velen. Bij het staatsbezoek aan Indonesië maakte hij excuses voor het Nederlandse geweld tijdens de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië. “Voor de geweldsontsporing aan Nederlandse zijde in die jaren wil ik hier nu, in navolging van eerdere uitspraken van mijn regering, mijn spijt uitspreken en excuses overbrengen“, zei hij in het bijzijn van de Indonesische president Joko Widodo.
In theorie zou premier Rutte vandaag wel officiële excuses kúnnen aanbieden voor het slavernijverleden. De Tweede Kamer voert een debat over institutioneel racisme in Nederland waar hij zelf aan meedoet. Maar de kans dat hij dat doet, wordt klein geacht.