Als de berkenboom uitloopt, telt dat als het begin van het hooikoortsseizoen. Waar dat normaal gesproken half maart moet gebeuren met een geleidelijke oploop van het aantal pollen tot in april, is het uitlopen van de berkenpollen dit jaar pas in april gebeurd. Daarom was er een enorme piek in het aantal pollen te zien (en te ervaren). De late winter is de oorzaak voor het de hoge pollendruk. Niet handig voor je niesbuien dus.
2. Mei: gras spoelt niet weg
Als de meeste bomen en struiken op de helft van mei uitgebloeid zijn, begint het gras. Dit jaar valt de bloeiperiode van het gras precies samen met het droge weer. De pollenkorrels die in de lucht kwamen, werden niet uitgespoeld door de regen. Dat was de reden voor de jaarlijkse klachtenpiek in laatste week van mei bij de huisarts: per 100.000 inwoners waren er 224 personen met hooikoortsklachten.
3. Juli: bijvoet in opmars
Bijvoet, een kruid dat op braakliggend grond te vinden is, komt begin juli tevoorschijn als het gras is uitgebloeid. Bijvoet wordt als een sterk allergeen gezien. Het kruid is dus zeker niet fijn als je last hebt van hooikoorts.
4. Augustus en september: alsemambrosia
In de twintiger jaren van de vorige eeuw was in Barcelona een heftige hooikoortsuitbraak, veroorzaakt door alsemambrosia (tevens een goed Galgjewoord). De plant rukt langzaam op richting het noorden en doet het verrassend goed in Oekraïne. Als eind augustus en begin september de wind uit het oosten of zuiden waait, komen die pollen onze kant op en daar gaan we weer met de zakdoeken en neusspray.