Het statistiekbureau CBS heeft becijferd dat 1675 kinderen van toeslagenouders in de periode van 2015 tot en met 2021 uit huis zijn geplaatst.
Dat is hoger dan het eerder gepubliceerde cijfer van 1115 uit huis geplaatste kinderen.
Toeslagenouders
Het cijfer pakt hoger uit omdat het CBS eerder slechts gegevens had over de periode van 2015 tot en met 2020. Bovendien hebben zich in de tussentijd meer gedupeerden gemeld.
Van de 1675 kinderen die sinds 2015 uit huis zijn geplaatst, woonden er 555 aan het einde van 2021 nog steeds niet bij hun ouders of verzorgers.
Kanttekeningen
De statistici kunnen nog niet zeggen of het aantal uithuisplaatsingen in gezinnen die zijn geraakt door de toeslagenaffaire nu opvallend hoog is vergeleken met andere gezinnen. “De gepubliceerde cijfers geven geen inzicht in een eventueel verband tussen de uithuisplaatsing en de toeslagenaffaire. Het CBS heeft geen onderzoek gedaan naar oorzaken van de uithuisplaatsing”, zo schrijft het statistiekbureau hierover. Dat is nog bezig met een onderzoek dat antwoord moet geven op deze vragen.
De onderzoekers plaatsen ook nog een aantal andere kanttekeningen bij de cijfers. De belangrijkste daarvan is dat het werkelijke aantal uit huis geplaatste kinderen mogelijk hoger ligt. Het CBS weet namelijk alleen dat kinderen uit huis zijn geplaatst als dat is verlopen via een door de rechter uitgesproken jeugdbeschermingsmaatregel. Kinderen die zonder zo’n formeel besluit uit huis zijn geplaatst, blijven daarbij buiten beeld. Ook is niet bekend waar kinderen zijn gaan wonen na afloop van de uithuisplaatsing.
Grote steden
Bijna een op de acht uit huis geplaatste kinderen van toeslagenouders komt uit Rotterdam, in totaal 215. Dat is opvallend veel als wordt bekeken hoeveel mensen in de havenstad wonen. Daarna volgen de gemeenten Amsterdam (120), Den Haag (75) en Almere (70).