Dinosaurussen hadden vermoedelijk ook al last van luchtweginfecties. Op fossiele resten van een jonge dino – die de koosnaam Dolly heeft gekregen – hebben Amerikaanse onderzoekers daar voor het eerst concrete aanwijzingen voor gevonden.
Op botten uit de nek van het dier ontdekten ze benige uitsteeksels met een opvallend ongebruikelijke vorm en textuur.
Die uitsteeksels zaten precies op de plaatsen waar vermoedelijk een soort luchtzakjes aanhechtten. Die stonden in verbinding met de longen van de dino.
Dolly hoorde tot de familie van zogeheten Diplodocidae, grote plantenetende dinosaurussen. De onderzoekers van de universiteit van Ohio kwamen meer over haar verleden te weten door drie nekwervels te onderwerpen aan een CT-scan. Na circa 150 miljoen jaar valt niet meer te achterhalen wat voor ziekteverwekker het dier precies had opgelopen. In hun artikel in Scientific Reports speculeren de wetenschappers dat Dolly mogelijk een schimmelinfectie had opgelopen. Die infectie zou tot de botten zijn doorgedrongen. Dat gebeurt vogels en reptielen soms ook nog.
“Als je deze geïnfecteerde botten vasthoudt en bedenkt van welke symptomen dit dier waarschijnlijk last had, kun je het niet helpen om medelijden te voelen voor Dolly”, zegt onderzoeker Cary Woodruff in een verklaring. “We kennen het allemaal: hoesten, ademhalingsproblemen, koorts. Noem het maar op. Hier is een 150 miljoen jaar oude dinosaurus die zich waarschijnlijk net zo belabberd voelde als wij wanneer we ziek zijn.”
Wil je zien: babydino in vogelhouding ontdekt in China
