Zo’n 14 miljard euro is er extra nodig om arme landen te helpen bij de bestrijding van corona. Dat maakt de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) woensdag bekend.
Zo groot is het gat in de begroting om deze landen te voorzien van voldoende vaccins, tests en medicijnen, aldus de WHO.
Met het extra geld kunnen deze landen 600 miljoen vaccins, 700 miljoen tests en geneesmiddelen voor 120 miljoen patiënten aanschaffen. De Verenigde Naties moeten hiervoor een programma opzetten.
“De wetenschap heeft ons de instrumenten gegeven om covid-19 te bestrijden; als ze wereldwijd in solidariteit worden gedeeld, kunnen we dit jaar een einde maken aan covid-19 als een wereldwijde noodsituatie op het gebied van de gezondheid”, aldus WHO-chef Tedros Adhanom Ghebreyesus. Volgens berekeningen van de VN moeten de EU en de G20 92 procent van de totale benodigde bijdrage ophoesten.
Gordon Brown, de WHO-ambassadeur voor wereldwijde gezondheidsfinanciering, zei dat 16 miljard dollar (14 miljard euro dus) een beheersbaar bedrag was vanwege de wereldwijde economische impact van de pandemie. Brown bekritiseerde de blijvende enorme ongelijkheid in de wereldwijde distributie van vaccins en ook de beschikbaarheid van tests en medicijnen. Hij wees op lage vaccinatiegraad in arme landen, terwijl naar verwachting miljoenen ongebruikte doses verloren gaan in rijke landen.
De WHO stelt als doel dat 70 procent van de wereldbevolking halverwege het jaar is gevaccineerd.
Belofte maakt schuld, maar rijke landen leveren véél minder coronavaccins dan afgesproken
