Als je chronisch online leeft, net als wij, heb je inmiddels wel van Trumps tariffs (vertaald: importheffingen) gehoord. Is het voor jou ook onduidelijk wat hiermee precies bedoeld wordt én of het gevolgen heeft voor Nederlandse consumenten? Geen paniek: econoom Veronique Estié legt het allemaal uit.
Dít moet je weten over de huidige staat van de wereldeconomie.
Het is nu drie maanden geleden dat Donald Trump opnieuw ingezworen werd als president van de Verenigde Staten. Sindsdien heeft de zakenman er zijn missie van gemaakt om de handelswijze van het land op z’n kop te zetten. Zo roept hij al maanden dat het woord tariff het mooiste woord in de Engelse taal is. Ta-watte? Juist, voor uitleg belt LINDA.meiden met econoom Veronique Estié van YoungTrader en stelt haar vier vragen.
Veronique: “Importheffingen – het woord verklapt het al een beetje – zijn extra kosten op het importeren van goederen uit het buitenland. Het wordt dan dus duurder om producten uit het buitenland te kopen. Waarom deze importheffingen eigenlijk bestaan? Het doel is om de lokale bevolking te sturen op het afnemen van producten bij een lokale producent. Zo worden binnenlandse producten deels beschermd tegen buitenlandse concurrentie, wat op z’n beurt de lokale economie een boost kan geven.”
“Dit is belangrijk om te weten, omdat Nederland een open economie heeft. Oftewel: we handelen met de hele wereld. Stel, je bestelt sneakers van je favoriete Amerikaanse merk. Die worden waarschijnlijk gemaakt met stoffen uit China. Als er extra importheffingen op deze stoffen komen, moet de fabrikant meer betalen. Grote kans dat deze hogere kosten worden doorberekend in de verkoopprijs, die jij moet aftikken bij de kassa.”
Veronique: “Op dit moment geven zowel Amerika als China aan om de importheffingen op elkaars producten gigantisch te verhogen. Ze zijn tegen elkaar aan het ‘opbieden’. Dat noemen we een handelsoorlog: je probeert de economie van de ander te raken door producten uit dat land minder aantrekkelijk te maken voor je eigen bevolking.”
“Maar eerst nog even terug naar Trump. Sinds hij opnieuw president is geworden, roept hij dagelijks ‘America first’. Zijn plan is helder: hij wil de Amerikaanse economie een boost geven door producten uit het buitenland onaantrekkelijk te maken, met als doel om productie op eigen bodem een kans te bieden. Amerika zou volgens hem weer eruit moeten gaan zien zoals de jaren ‘50/’60: een land vol fabrieken en lokale productie.”
“Goedkope import uit Azië mag niet langer de norm zijn. Hoe bereik je dat? Door deze import duurder, of in sommige gevallen zelfs onbetaalbaar, te maken. Zo zullen bedrijven ervoor kiezen om producten te maken in eigen land, of door grondstoffen te kopen van een lokale fabrikant. Dat zal resulteren in meer banen, meer inkomen en dat zou dan goed zijn voor de Amerikaanse economie – althans, volgens zijn theorie.”
“De vraag is alleen: worden de Amerikanen wel op één gezet door de verhoging van importheffingen? Ja, door de lokale economie te boosten, ontstaat er meer werk in Amerika. Klopt. Maar sommige producten werden niet voor niets uit het buitenland gehaald. Soms is het namelijk duur om een bepaald product in eigen land te creëren, omdat productie in eigen land doorgaans hogere arbeidskosten en grondstofprijzen met zich meebrengt. Daarnaast kan de productie minder opgeschaald worden en is de concurrentie kleiner, waardoor fabrikanten hun prijs hoog kunnen houden.”
“Wat we ook zien, is dat landen met tegenreacties komen: zij gaan voortaan ook importheffingen geheven op Amerikaanse producten. De export van Amerikaanse producten neemt dan juist af, wat helemaal niet goed is voor de Amerikaanse economie. Bovendien worden bepaalde buitenlandse producten dan duurder voor de Amerikaanse bevolking. Too bad, America!”
Veronique: “Het is een vorm van politiek voeren. Een handelsoorlog is een oorlog zonder geweld, maar waarbij geld als wapen wordt ingezet. De aanval wordt ingezet door de import en export van producten te beïnvloeden met heffingen. Het is een reactie-tegenreactie van politieke leiders die invloed heeft op de wereldeconomie, dus niet alleen de landen die de importheffingen verhogen.”
Een voorbeeld: toen de VS eerder extra invoerbelasting hief op Chinese zonnepanelen, reageerde China door op zijn beurt heffingen te verhogen op Amerikaanse landbouwproducten. Dit soort maatregelen kunnen snel escaleren, omdat landen elkaar voortdurend proberen ’terug te pakken’. “Voor mensen in het desbetreffende land zijn dit geen fijne maatregelen, want het betekent vaak dat prijzen van producten die normaal gesproken geïmporteerd worden en voor een lagere prijs te koop zijn, zullen stijgen.”
Veronique: “In het geval van importheffingen zijn er altijd directe en indirecte effecten waar je rekening mee moet houden. Een van de directe effecten voor de lokale bevolking is dat prijzen van specifieke producten direct stijgen. Het verhaal van de Amerikaanse sneakers, weet je nog? Op de lange termijn kan het betekenen dat de export van producten daardoor vermindert.”
“Een indirect effect is dat de vraag naar specifieke producten uit het buitenland lager wordt. Oftewel: Chinese producten worden in Amerika minder populair door de importheffingen. Om te voorkomen dat de Chinese producenten met een productieoverschot blijven zitten, kan het effect zijn dat zij hun voorraad tegen een (nog) lagere prijs gaan aanbieden aan andere landen, bijvoorbeeld Nederland. Chinese producten zouden dan in theorie goedkoper kunnen worden in Nederland.”
Alcohol straks duurder? EU slaat terug met nieuwe importtarieven
