Tweeënhalf jaar geleden vertrok Maud Wessels. Met dromen groter dan angsten zwaaide ze haar waanzinnige Amsterdamse leven gedag. Geen idee van wat haar te wachten stond, waarheen en voor hoelang.
Is het dan nu tijd om naar huis te gaan?
Droom
Wat vijf jaar geleden begon als een droom, daar op de hoekbank van de Javastraat in Amsterdam, werd hoog in de bergen van India, Rishikesh, verwezenlijkt. Bel en ik liepen elkaar vier jaar lang mis tijdens onze reizen om de wereld (op die twee dagen in Amsterdam na). Wonderlijk hoe alles ogenschijnlijk veranderd leek, maar zo hetzelfde voelde toen we elkaar weer zagen in India.
We vonden elkaar zoveel jaar geleden in de ellende, de onrust en het gebrek aan headspace. Verloren onszelf en de tijd in eindeloze gesprekken over het leven, de toekomst en dromen die we hadden en ondertussen (deels) hebben nagejaagd. Ooit naar India om te mediteren, te yoga’en en de rust te vinden in de onrust – was één van de dromen die we daar, in Amsterdam Oost, uitspraken. Little did we know, want zie de rust maar eens te vinden in een land waar niets geruisloos gebeurt (understatement), de nachten niet slapen en de smog de lucht domineert.
Adem in, adem uit
Stiekem moest ik gisteren tijdens één van de meditatielessen een beetje gniffelen (het zal niet meehelpen dat we als kikkers door het lokaal moesten springen btw en ps). Hoe we van het panikeren en een chronisch tekort aan adem, zoveel jaar later met niets anders bezig waren dan het controleren van diezelfde adem. Dag in, dag uit en dat voor één maand lang.
Opgevouwen in posities waarvan ik niet wist dat ze bestonden en of mijn lichaam ertoe in staat was. Hoe de angst van toen ons nu weer samenbracht. Hoe je op de meest kwetsbare momenten de diepste connecties legt als je (h)erkenning vindt bij elkaar en zonder oordeel naar elkaar leert luisteren.
Troep in je hoofd
Niet dat ik (dat we) pretenderen onszelf hier te hebben gevonden, want het leven is een opeenvolging van tegen muren aan lopen en ik kan je verzekeren dat we een heleboel Indiase varianten op ons af hebben zien komen de afgelopen weken. We waren ziek, zwak, misselijk, hadden rugpijn, Bel haar bloemenvlecht in de knup, mijn pelvis muurvast en hebben meer naar het plafond liggen staren dan tempels gezien, maar het voelde als een reset van ons systeem.
Een grote schoonmaak van de ‘zolder’ (stel je voor dat je hoofd een zolder is waar je gedachtes opslaat en waar zich dan logischerwijs de afgelopen jaren een heleboel troep heeft verzameld die je tijdens zo’n yoga-course opruimt).
Er gaan dozen open waarvan je de inhoud was vergeten en waardoor je a) aangenaam verrast wordt of b) wenste dat je ze met terugwerkende kracht nooit had geopend. Dozen die je niet voor niets heel ver weg had gestopt, om vervolgens te leren dat je niet voor altijd je kop in het zand kunt steken en je pas verwerkt of beleeft als je leert voelen.
Krokodillentranen of de puurste vorm van blijdschap, maar waarin de kracht van kwetsbaarheid opnieuw regeerde en verbond. Mijn tranen die Bel haar shirt deden verkleuren, al luisterend naar muziek, op het gespreide bedje dat symboliseert dat je thuiskomt. Zoals het ook begon, daar op die bank, in hartje Oost. Misschien is het tijd. Tijd om te stoppen op een aaneenschakeling van alleen maar hoogtepunten en thuis te komen aan de andere kant van diezelfde wereld.