De 25-jarige Willeke Hoogendoorn is aanhanger van de pro-life beweging. Deze beweging verzet zich onder meer tegen abortus.
Willeke is bestuurslid van de jongerenorganisatie van de SGP (Staatkundig Gereformeerde Partij).
Recht op leven
Sinds 1984 is in Nederland de ‘Wet Afbreking Zwangerschap’ van kracht. In deze wet staat dat een zwangere vrouw ervoor kan kiezen om een zwangerschap af te breken. Dat mag tot de 24e week van de zwangerschap. Willeke heeft hier een mening over: “Dit is een mens, dit is een kind, dit is leven. Voor mij begint het leven vanaf het moment van conceptie. Elk leven heeft recht op bescherming. Een abortus druist daar volop tegenin.”
Volgens de wet mag een zwangerschap rechtvaardig worden afgebroken wanneer de vrouw in een noodsituatie verkeert die onontkoombaar is. “Ik vind dat het recht op leven zwaarder weegt en dat bijna geen enkele noodsituatie abortus rechtvaardigt.” Op de vraag of Willeke wel begrip heeft voor vrouwen die een abortus ondergaan antwoordt ze het volgende: “Ik kan er niet in alle situaties begrip voor hebben, maar ik zal nooit oordelen.”
Geen legitieme reden
Qua wetgeving ziet Willeke het graag anders. “Voor nu vind ik het belangrijk om de wekengrens naar beneden te schroeven. Zodra wij ons zorgsysteem dusdanig kunnen inrichten voor de kwetsbare vrouw, lijkt het me goed als we abortus verbieden. Maar dan moeten die vrouwen wel instanties zoals jeugdzorg en de beschermde wieg kunnen bereiken. Dat is voor mij een harde eis.”
Uit onderzoek van FIOM (een stichting gespecialiseerd in ongewenste zwangerschap) blijkt dat de helft van de behandelde vrouwen al één of meer kinderen heeft. “Wanneer een vrouw zegt: ‘Ik heb al kinderen, ik heb er geen zin meer in’, dan is dat geen legitieme reden voor abortus”, meent Willeke. “Hoe lastig ook, dat zijn geen kwetsbare vrouwen.”
Vuur om te strijden
In 2019 werden 32.233 abortussen uitgevoerd. “Als je je realiseert dat er meer dan 30.000 mini mensjes worden weggehaald uit hun moeders buik, zou dat iedereen moeten raken. Laat ik voor mezelf spreken; het raakt mij dat die kinderen niet zijn voldragen om te mogen leven. Toen mijn zusje met elf weken vertelde dat ze zwanger was waren we allemaal dolbij. Omdat we het zagen als een mens, dat in haar buik zat. Het is voor mij moeilijk om de andere kant te begrijpen. Hoe kan je het niet zien als mens? ”
“Ik sprak eens een vrouw die zwanger was van een tweeling en abortus overwoog. Toen ze een echo deed in de abortuskliniek besloot ze de kinderen toch te houden. Dat soort verhalen ontroeren mij. Ook heb ik moeders ontmoet die aangaven dat ze weleens een abortus hebben gedaan. Dan sta ik naast ze en veroordeel ik ze niet. Veroordelen doe ik überhaupt niet. Maar ik heb wel vuur om te strijden voor het ongeboren leven.”