De carrièreladder beklimmen on your own terms. In ‘MEIDEN aan de macht’ spreken wij mensen met de leukste, spannendste en meest bijzondere banen.
Deze keer Robin Klaver (25), die onlangs het Nederlands record touwtjespringen verbrak.
Touwtjespringen
Dertig seconden, 184 sprongen; daarmee wist Robin Klaver onlangs het Nederlandse record van snelste touwtjespringer te vestigen. Met twee sprongen verbrak ze het record van vorig jaar, haar eigen record om precies te zijn. “Ik heb niet alleen mezelf verbeterd, maar ook het record”, vertelt ze in een telefonisch interview met LINDA.meiden.
Vijftien jaar geleden begon Robin met touwtjespringen. “Toen ik in groep 6 zat, zat ik nog op turnen. Ik was toe aan iets nieuws en had mijn zinnen gezet op tennissen of voetballen, maar mijn twee nichten deden al aan springen en zeiden dat ik een keer moest komen kijken. Ik ging langs en ben eigenlijk nooit meer weggegaan. Het eerste jaar deed ik het alleen op recreatieniveau. Daarna ben ik doorgegroeid naar het demonstratieteam, waarmee we door heel Nederland optredens deden. En van daaruit ging ik door naar de wedstrijdgroep.”
Record verbreken
Inmiddels is Robin zo goed en zo snel in het touwtjespringen dat ze er bij wedstrijden goed vanaf komt. Zo heeft ze twee jaar op rij het Nederlands record gevestigd. In 2023 deed ze 182 sprongen in 30 seconden, dit jaar zijn dat er twee meer met 184 sprongen. Het gaat dus enorm snel. “We tellen alleen de keren dat onze rechtervoet de grond raakt, anders is het niet bij te houden. Zo spreek we van 90, 91 of 92 sprongen in een bepaalde tijdsspanne, dat moet je dan keer twee doen om het totaal te krijgen.”
Je zou denken dat twee sprongen extra niet zo veel zijn, maar in dertig seconden is dat een hele prestatie. “Het is moeilijk om het aantal sprongen in een keer drastisch te verhogen. Dat gaat meestal stapsgewijs omhoog.” In de week van de wedstrijd besluit Robin haar touw te verkorten. “Het zou sneller moeten kunnen draaien omdat-ie kleiner is”, legt ze uit. “Ik deed toen al 182 sprongen, maar had het idee dat er meer inzat. Tegen mijn coach zei ik dat er een 92, oftewel 184 sprongen, in zat. En dat was ook zo. Al moet ik wel eerlijk zijn: dit is niet iets wat ik dagelijks doe of altijd tijdens mijn trainingen haal.”
Stip op de horizon
Robin heeft niet echt grote voorbeelden in de sport die ze ga achterna wil gaan. “Er is niet echt één persoon die de sport domineert, het zijn eerder landen die regelmatig de leiding pakken. Tijden het EK is dat België, maar tijdens het WK is dat China. Er zijn wel bepaalde aantallen waar ik tegenop kijk. Die zet ik als stip op de horizon om ooit te behalen. Dat gaat richting 200 sprongen in dertig seconden.”
Drie keer per week trainen, naar andere landen afreizen; touwtjespringen is een kostbare sport omdat er geen sponsors zijn. “Je betaalt alles zelf. Doordat er bijna geen wedstrijden in Nederland zijn, moet je dus ook naar het buitenland als je wilt meedingen in de competitie. Zo ga ik dit jaar nog naar Duitsland, Frankrijk en Hongarije.”
Een lievelingstouw heeft Robin niet per se. “Voor verschillende onderdelen heb je verschillende touwen nodig. Mijn record heb ik gevestigd met een speed rope, in feite een ijzerdraad.” En die wil je niet tegen je schenen krijgen, al is dat de recordhouder in het begin wel eens overkomen. “Het gaat om de coördinatie. Je moet tegelijkertijd je armen draaien en springen. Het duurt even om dat onder de knie te krijgen.”
Ook als je op hoog niveau sport ontkom je niet aan spierpijn. De dag nadat Robin haar eigen record verbreekt, kan ze dat aan haar lijf voelen. “Wat je niet zag op de video die ik online postte, is dat ik drie onderdelen deed. Uiteraard de 30 seconden die je hebt gezien, maar ook drie minuten speed en double unders – oftewel: één keer springen, twee keer met het touw draaien. Zeker na wedstrijden heb ik last van spierpijn, omdat er dan meer spanning op mijn lichaam staat. Ik heb geen truc om ervan af te komen, gewoon veel water drinken om de afvalstoffen snel af te voeren.”
Robin vertelt dat er slechts drie verenigingen in Nederland zijn waar je op wedstrijdniveau kunt touwtjespringen. “Er is weinig animo voor lessen.” Toch lijkt het de 25-jarige wel wat om in de toekomst les te geven in haar sport. “Als ik zelf niet meer op hoog niveau spring, lijkt het me leuk.”
Op dit moment ziet ze dat nog niet als optie. “Ik kan nu niet leven van alleen lessen geven, op dit moment heb ik een kantoorbaan. Mocht die mogelijkheid zich in de toekomst wel voordoen én het past allemaal, dan lijkt het me zeker leuk.”