Als de vader van redacteur Jurriaan plotseling overlijdt, ligt zijn leven helemaal stil. Nu, twee maanden later, pakt hij de boel weer op. Maar hoe doe je dat eigenlijk, rouwen én door?
En is het oké om daar een esma bij te drinken?
Blond
“Wanneer kan je?”, vraagt de kapper die mijn haar gaat blonderen. “Ik kan altijd”, zeg ik aan de balie. “Het klinkt misschien gek, maar ik kan voorlopig altijd.” Het komt de kapper eigenlijk wel goed uit, want blonderen duurt lang en zijn kniprooster is een chaos. Omdat ik een extreem flexibele klant ben, mag ik de ochtend erop al langskomen.
Twee maanden geleden is mijn vader plotseling overleden. Sindsdien hoef ik nergens te zijn en vul ik mijn dagen met allerlei onzin. Ik heb alle films in het filmhuis gezien, ben naar een strandtent geweest, en nu ben ik ook nog blond. In het begin voelde ik me schuldig als ik me bezighield met dat soort onzin. Wat zouden mensen denken als ze me met een cappuccino zien zitten? Dat ik nergens last van heb?
Al weet ik dat al die lol niet echt lol is. In de bioscoop reserveer ik twee stoelen voor mezelf, zodat niemand te dichtbij komt zitten. En de strandtent zit heerlijk, maar in de trein naar huis zit ik ongecontroleerd te snikken bij oude filmpjes op mijn telefoon.
Esma
“O, wat ben je blond”, zegt iedereen de dagen na mijn kappersafspraak. Ik draai wanhopig rondjes naast mijn vrienden terwijl ik ze geschrokken aankijk. “Nog even een zilvershampoo, dan is het oké”, beloven ze me. En zo kletsen we af en aan in zonovergoten Amsterdam. Iedereen is in de war, want het is 22 graden in maart. Ineens zijn onze laptops een stuk minder interessant, en weten we niet hoe gauw we in een T-shirt naar buiten moeten.
De lentezon verschroeit mijn verstand, en ik laat me door vrienden mee de Jordaan in sleuren. We vinden zowaar de laatste plek voor vier, pal in de zon. Heerlijker kan niet, en ik besluit – als de tut die ik ben – gewoon een esma te nemen. Dat stond eigenlijk niet op de planning, sterke drank. En noem me een mietje, maar na zo’n bokaal aan koffiebenzine ben ik dus hartstikke aangeschoten. Rozig knik ik nog wat mee, maar ik kan geen zinnig gesprek meer voeren. Het wordt tijd om te gaan, opa Jurriaan wil naar bed.
Ik val als een blok in slaap, en vraag me de volgende ochtend af of dit verstandig was. Had ik niet nog even moeten wachten? Was dit niet te vrolijk, zoals ik daar zat? Hoeveel dagen na papa’s dood is het eigenlijk normaal om aan een esma te slurpen?
Ik heb geen idee. Je kunt een hoop opzoeken over de fases van rouw, maar daarin lees je niks terug over cocktails. Behalve dat het rouwproces één grote cocktail aan emoties is. Die komen niet in een volgorde, maar overvallen je onverwachts. Het loslaten van de controle is niet makkelijk, maar ik heb de afgelopen tijd – zoals iedereen die ooit iemand heeft verloren – een snelcursus gevolgd. Geen aanrader, wel leerzaam.
Ik leerde dat je de dood niet voorspelt, en de rest van het leven ook niet. Niemand is voorbereid op de allereerste terrasdag van het jaar, en of er dan een tafeltje vrij is, blijft ook een verrassing. Dat je de kapper verlaat met mooi blond haar, is nooit een zekerheid, en het bedrag dat je ervoor afrekent is altijd hoger dan je hoopt. Het kan ook zomaar gebeuren dat de bediening jouw kant uitkomt, en dat je zomaar roept dat je wel een esma lust.
Als je bij elke zonnestraal twijfelt of je ervan mag genieten, dan blijf je eeuwig onder je dekens. Doe mij dan maar de strandtent. En het maakt me steeds minder uit of dat gepast is, of niet. Inmiddels weet ik dat er juist van alles naast elkaar past. Zo voel ik me deze maanden kut, maar is het lekkere weer welkom. Ik kan de hele nacht huilen, en de ochtend erop kletsen met de kapper. Ik mis mijn vader elk uur van de dag, en ik word heel gelukkig van een esma in de zon. Misschien doe ik het dit weekend wel weer.