Mijn vroegste herinnering aan eten is: met familie rond de tafel. Thuis, op vakantie, in een restaurant, of bij opa en oma. At ik bij opa en oma, dan wist ik dat mijn opa, zodra ik mijn bord leeg had, naar de keuken zou rennen om zijn favo toetje voor ons te halen: kaneelijs met slagroom.
Latere herinneringen: koken met vriendinnen, vaak op vrijdagavond. We tikten goedkope witte wijn weg, de risotto stond vaak een halfuur te kort óf juist te lang op het vuur. Ik bakte er niet veel van, maar hier begonmijn liefde voor koken. Daarover gesproken: ik ben weleens de keuken ingedoken voor een vriendin met liefdesverdriet. Gebroken door die ontzettende loser waarvan ik never nooit heb begrepen wat ze in hem zag.
Er zijn zo veel gerechten die me herinneren aan een speciale dag, plaats of persoon. Denk ik aan mijn ouders huis, dan popt pavlova op. Als je ooit bij ons aan het diner schuift, durf ik te wedden dat je die een keer als dessert krijgt. Dan gaat al vroeg in de ochtend de oven aan, wordt het eiwit van het eigeel gescheiden, het eiwit stijfgeklopt ende pavlova voorzichtig in de oven geschoven, met daarbij het strenge verzoek aan huisgenoten om de oven absoluut niet te openen.
‘TERWIJL MIJN VRIENDINNEN EN IK GOEDKOPE WIJN WEGTIKTEN, STOND DE RISOTTO VAAK EEN HALFUUR TE LANG OF TE KORT OP HET VUUR’
Herinneringen aan eten is één ding, koken is iets anders. Aan het eind van de dag in de potten en pannen duiken, is voor mij ontspanning. ‘Ik kan niet koken’ vind ik geen excuus. Sommigen hebben er meer gevoel voor, maar ik geloof écht dat iedereen de basis kan leren. Zeggen dat je niet kan koken, is omdat je het niet wil of leuk vindt. Dat komt misschien omdat wij Nederlanders het avondeten vaak als een verplichting zien, een ‘moetje’, in plaats van dat we genieten van het proces. Eigenlijk is koken een grenzeloze nieuwsgierigheid naar eten, om het te maken, te proeven en met anderen te delen. Pas als je dat beseft, snap je hoe leuk het is.
Ik ben zelf het levende bewijs dat koken geen kwestie van kunnen, maar van leren is. Een koksopleiding heb ik niet, en dat is te zien. Aan mijn slordige mise-en-place (aka voorbereiding), de ontplofte keuken en soms ook aan de pleister om mijn vinger. Maar door te koken ging er een wereld voor me open en maakte ik er zelfs mijn werk van. Mijn stijl noem ik verfrissend eenvoudig, want alle recepten zijn haalbaar – ook voor noobs – en met makkelijk verkrijgbare ingrediënten.
Als je totaal niet opgewonden raakt van stoven, mixen, bakken, snijden en roeren, daag ik je uit om een willekeurig recept te proberen. Als dat baksel straks de tafel haalt en iedereen het tot de laatste kruimel opeet, blijf jij achter met een blij bekkie. En mocht je al een soort van chef-kok zijn, dan hoop ik dat mijn tips je nog meer creativiteit brengen. •
Liefs, Pien