Mijn eerste vakantieliefde was Antonio. Antonio was de ober van een restaurant in L’Escala, in het noorden van Spanje, waar ik mijn zomers als kind doorbracht met mijn ouders, broer, opa en oma. Ik zal een jaar of zes zijn geweest en had de kleuterverliefdheid goed te pakken. De avonden dat we naar Antonio’s restaurant gingen, was ik nerveus – vooral omdat mijn familie me plaagde met mijn onschuldige verliefdheid op deze Spaanse Don Juan. Ik heb werkelijk geen idee meer hoe Antonio er toen uitzag, en al helemaal niet hoe hij er nu uitziet, maar de liefde voor Spaanse mannen werd als een vuurtje aangewakkerd.
Nu geldt nog steeds dat ik stiekem hoop op een vakantieliefde als ik onderweg ben naar Zuid-Europese landen. Geen kleuterverliefdheid, maar een echte. Er hangt toch een bepaalde magie aan zomerliefde: een nostalgisch gevoel over je jeugd, over zwoele zomeravonden op het strand waar oude mensen op bankjes kijken naar spelende en ijs-etende kinderen. Waar je omhoog kijkt naar de sterren aan de hemel en een beetje extra verliefd bent op het leven.
Toen ik in september in mijn eentje voor een paar weken naar Barcelona vertrok, wist ik het zeker: ik ging een charmante, lieve, leuke Spanjaard ontmoeten. Ik zou een paar betoverende weken met hem doorbrengen, met ritjes op de scooter naar het strand, boodschappen doen bij Mercat de la Boqueria, ’s avonds samen koken en op zijn balkon naar het schouwspel van de mensen op straat kijken. In mijn droom kwam hij uit een hechte Spaanse familie die op zondag urenlang samen lunchte aan een lange tafel, gedekt met wit linnen. Je raadt het al: deze droom kwam niet uit. Veel verder dan een paar afspraakjes met een mede-Amsterdammer (ja, echt) kwam het niet.
Maar ook al heb ik mijn vakantieliefde (nog) niet gevonden, er is iets waar ik altijd op kan rekenen als ik in Spanje of Italië ben: de liefde voor eten. Want zeg nou zelf: wie heeft er liefde nodig als jamón ibérico, chorizo en manchego overal te eten zijn, als je van een grote pan paella kan genieten met je voeten in het zand, als de sangría en Aperol spritz rijkelijk worden geschonken, als de pasta’s met verse tomatensaus weer vlekken maken op je witte blouse en de lastigste vraag van de avond is welke smaak ijs je gaat kiezen? Zo kom ik nooit alléén thuis in Amsterdam: er is altijd wel een culinair souvenir om mee naar huis te nemen. En wie weet misschien ooit een liefde.
En voordat ik het vergeet, knoop dit Italiaanse gezegde goed in je oren: anni, amori e bicchieri di vino – nun se contano mai! (jaren, liefdes en glazen wijn moet je niet tellen!) •
Exclusief voor
LINDA.meiden members
- De lekkerste deals en winacties die je niet mag missen
- Vier keer per jaar een extra dikke editie (+ minimagazine én goodie)
- Exclusieve extra content zoals funny columns en herkenbare verhalen
- Alle magazine artikelen digitaal lezen