Nafluiten en sissen is slechts het topje van de ijsberg als het op straatintimidatie aankomt. Als het aan redacteur Anne ligt, moeten de alledaagse verhalen van vrouwen een stuk serieuzer worden genomen.
Anne: 'Midden op het kruispunt duwde hij me van mijn fiets af'
Zie je iets gebeuren? Zeg dan iets. Of het nu tegen de dader of achteraf tegen het slachtoffer is.
Kwetsbaar en vernederd
Het is avond. Na een hete zomerdag maak ik me klaar om de stad in te gaan. Mijn glowy make-up en krullen zijn goed gelukt, dus ik stap zelfverzekerd op m’n fiets. Twee jongens op een scooter rijden me tegemoet. Ik voel iets kouds tegen me aan slaan. Opeens stromen er druppels langs mijn gezicht en is de helft van mijn haar nat. Het kost me een paar seconden om te beseffen wat er net gebeurde. Een van de jongens heeft een waterballon op me gegooid.
Ik probeer mezelf te overtuigen dat het niet erg is. Het is hartstikke warm en het was waarschijnlijk gewoon een grapje. Maar wat als het iets anders dan water was geweest? Twee minuten geleden kon niemand me iets maken, maar nu voel ik me kwetsbaar en vernederd.
Rotte appels
Wat hebben mannen toch met vrouwen voor schut zetten? Ik ken genoeg meiden met soortgelijke verhalen. Een vriendin wandelde door de stad toen een groep jongens vanaf een viaduct een rauw ei op haar gooide, en vorig jaar sprak ik een studiegenoot die op klaarlichte dag in haar gezicht werd gespuugd. Noem de daders rotte appels, maar dan valt de appeloogst steeds vaker tegen.
Dat je niet gek opkijkt van deze voorbeelden (en mijn reactie misschien zelfs overdreven vindt), laat zien hoe normaal we straatintimidatie vinden. Ik betrap mezelf ook op de gedachte dat ik me aanstel. Tegelijkertijd zorgen dit soort ervaringen – samen met andere vormen van straatintimidatie – ervoor dat ik me angstig voel op straat.
Finn (20) en Stijn (23) werden aangevallen op straat: 'We lieten elkaar gelijk los'Lees meerIn shock
Ik was een paar maanden geleden onderweg naar een pakketpunt, toen ik tegen een andere fietser aanbotste. Ondanks zijn rode stoplicht, wilde hij me afsnijden om over te steken. Toen hij door mijn voorwiel zijn evenwicht verloor, draaide hij door. Midden op het kruispunt duwde hij me van mijn fiets af. Terwijl ik mezelf opving, schreeuwde hij ‘kankerhoer’, ‘vieze slet’ en ‘vuile trut’ naar me. Ja, allemaal achter elkaar – zonder adempauze – gaat het meneer?
Dat is wat ik dacht, maar honderd procent niet wat ik zei. Ik was in shock. Bovendien weet je nooit waartoe iemand in staat is. Deze man blies nog net geen rook uit zijn neusgaten. Zonder iets te zeggen, stapte ik voorzichtig weer op mijn fiets. Ik maakte oogcontact met een andere man. Hij had alles gezien, maar zei niets. Niemand zei iets – niet eens een ‘gaat het wel?’ tegen mij.
Straatintimidatie overdag
Trillend kwam ik aan bij het pakketpunt. Een man voor de deur floot naar me – tuurlijk, dat kon er ook nog wel bij. Ik voelde me gefrustreerd. Waarom boeide het niemand dat ik net werd omgeduwd en uitgescholden? Ik heb me in lange tijd niet zo machteloos en alleen gevoeld op straat als die dag. Tegelijkertijd hebben veel meiden dit of erger meegemaakt.
Later praat ik met een vriendin over wat er is gebeurd. Ze vindt het verstandig dat ik niets heb gezegd. Zelf vertrok ze een keer net van huis toen een man haar lastigviel. Ze vroeg of de man haar met rust kon laten en werd voor haar woning bij haar keel gegrepen. “Was dit ’s nachts?“, vraag ik haar verbaasd. “Nee schat, gewoon overdag. Er liepen mensen langs, maar die deden alsof ze niets zagen.”
Ze laat me een Instagram-story van iemand anders zien. Op de foto is een vrouw met een gehavend gezicht te zien. Ze was op klaarlichte dag in een drukke winkelstraat toen ze een zijsteeg in werd getrokken. In elkaar geslagen en aangerand – en geen omstander die in de gaten leek te hebben wat er gebeurde.
Tien mannen omsingelden Floortjes (27) auto bij een bemand tankstation: 'Niemand hielp me'Lees meer‘Niet ernstig genoeg’
De cijfers van het CBS over straatintimidatie liegen er niet om. 2 op de 3 meiden (van 12 tot 25 jaar) zijn lastiggevallen in 2020 en 2021. Niet alleen op momenten dat er niemand anders op straat is – ook als er wél toeschouwers zijn. Zo geven mannen (van 16 tot 25 jaar) in recent onderzoek van Plan International aan dat ze regelmatig getuige waren van intimidatie.
Bijna veertig procent van de jonge mannen is in het afgelopen jaar tien of meer keer getuige geweest van het nastaren van vrouwen. Opvallend, want bijna tachtig procent van dezelfde mannen zegt niet in te grijpen als ze een vorm van straatintimidatie zien – of dit nu nastaren of ander ongewenst seksueel gedrag is. Waarom niet? Omdat ze de situatie niet belangrijk of ernstig genoeg vonden.
Geen ‘vrouwenprobleem’
Juist die inschattingsfout van omstanders geeft vrouwen het gevoel dat ze er alleen voor staan. Moeten we dan overdag ook maar beter opletten? Geen korte rokjes dragen, op weerbaarheidstraining gaan of stiekem pepperspray in onze tas dragen? Van de man die niets zei toen ik van mijn fiets af werd geduwd tot de mensen die langs mijn vriendin liepen toen ze bij haar keel werd gegrepen. Er moet toch iemand zijn die deze rotte appels op hun gedrag wijst?
Straatintimidatie tegenover vrouwen is nooit een ‘vrouwenprobleem’ geweest. Laten we het daarom ook niet zo behandelen. Natuurlijk staat je eigen veiligheid altijd voorop, maar probeer in te grijpen als de situatie veilig genoeg lijkt. Zeker als man gaat een misogyne dader eerder naar jou luisteren dan naar een vrouw die haar mond opentrekt. Is de situatie toch te eng om in te grijpen, check dan achteraf in ieder geval of het oké gaat met het slachtoffer. Het gevoel van eenzaamheid als niemand de situatie opmerkt is in veel gevallen net zo pijnlijk als de intimidatie zelf.
Laten we daarom a.u.b. wat beter op elkaar letten. Of het nu om een kwajongensstreek gaat of om geweld – ons veilig voelen begint bij de erkenning van anderen.
Beau (31) wil dat vrouwen zich 's avonds veilig voelen op straat: 'Ze was gaan rennen'Lees meer