Ciska (22) heeft al van kleins af aan last van OCD. Ze kan er lange tijd redelijk mee leven, maar na het gebruik van drugs op een festival slaat het helemaal om.
Ciska (22) heeft OCD: 'Dat ene leuke avondje heeft mijn leven voor een paar maanden verpest'
Aan LINDA.meiden vertelt ze haar verhaal.
Vals alarm
OCD staat voor obsessieve-compulsieve stoornis, ook wel bekend als dwangstoornis. Het is een aandoening waarbij je herhaaldelijk obsessieve gedachten hebt en/of dwangmatige handelingen moet uitvoeren. Een oorzaak voor OCD is lastig aan te wijzen. Wel kunnen erfelijkheid, persoonlijke eigenschappen en heftig gebeurtenissen een rol spelen.
“Het boek Vals alarm van Menno Oosterhoff beschrijft het heel goed, vind ik. Waar mensen normaal gesproken gedachten heel makkelijk van zich af kunnen zetten, reageert het brein van iemand met OCD op bepaalde gedachten alsof ze gevaarlijk zijn”, vertelt Ciska.
Deze gedachten kunnen over van alles gaan, legt Ciska uit. “Iemand met smetvrees kan bijvoorbeeld een trapleuning aanraken en daarna continu blijven denken dat-ie ziek gaat worden, maar iemand kan ook groente aan het snijden zijn en dan de enge gedachte krijgen dat die zichzelf of iemand anders zou kunnen snijden. In de meeste gevallen voert iemand dan dwanghandelingen uit.” Ciska legt uit dat dit ook mentale handelingen kunnen zijn: “Dat heb ik.”
‘Magisch-denken-dwang’
Ciska heeft last van twee typen dwang: controledwang en wat zij noemt ‘magisch-denken-dwang’. Eerst heeft Ciska last van controledwang. “Als ik dan op vakantie ging, moest ik alles absurd vaak controleren; gasfornuis uit, deur op slot, et cetera. Ik maakte video’s als bewijs. Die keek ik dan de hele vakantie terug.”
“Daarnaast kreeg ik heel erg last van iets wat iemand ‘magisch-denken-dwang’ noemde”, gaat Ciska verder. “Ik was bang dat als ik iets zou denken, dat het dan uit zou komen. Mijn angst was vooral dat iemand van wie ik houd iets ergs zou overkomen.” Deze gedachten gingen heel ver: “Ik was zelfs bang dat ik met mijn gedachten een familielid naar de hel zou verbannen, terwijl ik niet eens gelovig ben.”
Ciska voert bij deze gedachten dwanghandelingen uit. “Als mentale handeling moest ik het tegenovergestelde denken, omdat ik dan dacht dat het niet uit zou komen. Als ik bijvoorbeeld dacht dat een vriendin dood zou gaan, dan moest ik van mezelf denken ‘mijn vriendin gaat níét dood’. Dat soort mantra’s herhaalde ik bij iedere gedachte in mijn hoofd, waardoor ik daar de hele dag mee bezig was. Hoe meer je niet aan iets mag denken, hoe meer je er natuurlijk aan gaat denken.”
Lina heeft ADHD en OCD: 'Ik moet van het balkon afspringen, anders gaan mijn ouders dood'Lees meerAls kind
Maar wanneer merk je nu dat je OCD hebt? Ciska heeft als kind al last van controledwang. “Ik had vroeger een kleedje in mijn kamer liggen. Dat moest altijd perfect liggen, anders kon ik niet slapen. En ik controleerde vaak het kraantje omdat ik bang was dat het nog aan stond.”
Later ebt dat gelukkig weg. “Dat kwam vooral door mijn moeder, omdat zij dan zei dat het goed was”, vertelt Ciska. De rest van haar jeugd heeft ze dan ook weinig last van haar dwang.
Drugs
Toch komt de controledwang op 19-jarige leeftijd voor Ciska weer heel erg naar boven. “Ik ging studeren en wonen in Utrecht. Dat is natuurlijk een heel spannende verandering. Het was toen wel in een mate dat ik er redelijk mee kon leven en omdat ik me ervoor schaamde, heb ik dat toen verstopt voor mensen.”
Naast de spanning van studeren, heeft er voor Ciska ook iets anders invloed op haar OCD: “Op een festival heb ik drugs gebruikt. Toen ik die pil nam, merkte ik gelijk al ‘oh shit, dit is niet goed'”. Toen begonnen de obsessieve gedachten, die in de maanden erna zelfs leidden tot heftige paniekaanvallen. De drugs openden deuren in mijn hoofd die eigenlijk gesloten moesten blijven.”
Achteraf denkt Ciska ook heel anders over drugsgebruik. “Het is voor iedereen natuurlijk anders, maar in mijn geval had ik gewild dat er iemand was geweest die mij de negatieve effecten van tevoren had verteld. In mijn omgeving ken ik veel mensen die weleens een pilletje nemen, maar nooit heeft iemand me over de negatieve kant ervan verteld. Als mensen mijn eerlijke mening zouden vragen, zou ik nooit zeggen dat ze het moeten doen. Iedereen mag natuurlijk doen wat-ie wil, maar als je mentale klachten hebt, zou ik er niet aan beginnen. Dat ene leuke avondje heeft mijn leven voor een paar maanden verpest.”
Ciska vindt het daarom belangrijk haar verhaal te vertellen. “Een ’terugval’ zou ik het in mijn geval niet noemen, want de OCD was er altijd al wel. Misschien was het anders ook wel een keer ontploft, maar die drugs hebben er wel voor gezorgd dat mijn angstgevoelens een toppunt bereikten.”
Hulp
Ciska gaat in de weken na het festival dan ook op zoek naar hulp. “Ik ben een tijdje teruggegaan naar mijn ouders, waar ik heel veel steun heb gehad.” Na een heftige paniekaanval bij haar ouders werd het tijd voor professionele hulp.
“Ik kon met heel veel geluk vrij snel bij de ggz in Utrecht terecht, bij een psychiater in opleiding. Daar heb ik veel baat bij gehad. Ik kreeg exposuretherapie, waarbij ik enge gedachten moest denken zonder daar een dwanghandeling bij uit te voeren. Toen zag ik in dat er na het denken van zo’n gedachte niets ergs gebeurde. Gedachten zijn immers maar gedachten.”
Met Ciska gaat het daarna veel beter. “Als ik daarna weer een gedachte kreeg, zei ik tegen mezelf: ‘Misschien, we zullen wel zien.’ Dat werkte heel goed. Dat is nu makkelijk, maar dat was toen heel moeilijk.”
Triggers
Toch zijn er soms nog triggers die haar OCD weer even kunnen aanwakkeren, bijvoorbeeld als iemand er onbewust over begint. “Mijn huisgenoot begon laatst over manifesteren. Bij manifesteren gaat het ook over de kracht van gedachten. Dat is voor mij echt een no go. Ik vind dat verschrikkelijk, omdat ik daar weer dwanggedachten van krijg.”
Ook vindt Ciska het lastig als termen als OCD zomaar worden gebruikt door mensen die niet weten wat het inhoudt. “Ik vertelde laatst aan een vriendin dat ik OCD heb en zij dacht meteen aan smetvrees. Ik was toevallig aan het schoonmaken, en toen zei ze ‘oh, dat is zeker je OCD’. Nee, dat was het niet. Mensen hebben vaak geen idee wat OCD is en hoe heftig het kan zijn. Ik hoop dat mensen iets meer nadenken voordat ze die term zomaar gebruiken.”
Kamp jij zelf met vragen of maak je je zorgen om iemand anders? Je kan altijd contact opnemen met lotgenoten via OCDnet.nl. Voor vragen kan je hier ook terecht of neem contact op met je huisarts. Voor levensbedreigende situaties bel dan het alarmnummer: 112.
'Wat ben ik een autist': deze termen gebruik je écht verkeerd als je niet gediagnosticeerd bentLees meer