We smeren onze eigen neuzen in, de kinderen mogen niet zonder een beschermende factor de deur uit. Maar onze trouwe viervoeter? Ja. Ook onze kat heeft behoefte aan een lik zonnebrandcrème.
Hoe en wat, dat vraagt LINDA. aan dierenarts Marnix Lamberts.
Ach, wat zijn ze aandoenlijk. Die puntige oren, met grote plukken haar. Maar blijkbaar is dat lichaamsdeel – het oor – erg kwetsbaar in de zon. “Vooral bij katten met lichte oren. De donker gepigmenteerde katten – dus zwarte katten – hebben een minder grote kans om een probleem te ontwikkelen.”
Het probleem? Een tumor op de oren. Al is het volgens Lamberts niet zo dat elke witte kat – of katten die je niet insmeert – per definitie een tumor ontwikkelen. Wel helpt het smeren van zonnebrandcrème altijd mee om het eventueel te voorkomen. “Ze kunnen ook gewoon een genetische aanleg hebben voor kanker. Kattenoren die weinig haar bevatten, zijn er wel extra kwetsbaar voor.”
Kom maar door met die zonnebrandcrème dan. “Hoe dunner de beharing van het oor, hoe meer uv-straling ze opvangen. Neem dus vooral de zijkanten van de oren mee. Zeker als je kat wat minder pigment heeft.”
En die zwarte vlekjes op de neus van je kat, zouden die ook een tumor kunnen aanduiden? Want googel je, dan komt dat wel naar boven. “Dit is echt niet meteen foute boel, maar kan ook huidpigmentatie zijn. En smeren op de neus heeft niet echt veel effect, hè? Dat likken de katten er zo weer af.”
Je hebt er speciale honden- en kattenzonnebrandcrème voor. Maar volgens Lamberts kan het ook gewoon met huis-tuin-en keuken-zonnebrandcrème. Neem dan bij voorkeur de versie voor baby’s, want daar zit de minste ‘rommel’ in. “Zolang het die uv-straling maar blokt.”
“En als je het toch doet, smeer er dan ook meteen een hoge factor op. Een kat die veel buitenkomt kun je moeilijk opsluiten. Maar gelukkig zijn de meeste katten wel zo slim om niet in de volle zon te ‘lopen bakken’.”
Dit artikel verscheen eerder bij LINDA. op 14 juni 2022.
Van oorsmeer tot knolselderij: je kat is er (helaas) fan van
