Tegenwoordig kun je je beamer op een witte muur richten en thuis je favoriete films en series lekker XL kijken. Maar als je er een pot projectieverf bij pakt, wordt de boel nóg wat professioneler.
Hallo, thuisbioscoop.
Projectieverf
Ben je een minimalist die een flatscreen maar lellik vindt of host je gewoon graag Wie is de Mol?-kijkavondjes met een grote groep mensen? Dan is een beamer dé oplossing. Het apparaat beleeft de laatste jaren een flinke revival, buiten saaie vergaderzalen om.
Je kunt natuurlijk prima op een witte, crème of zelfs lichtgrijze muur projecteren, maar onbehandelde muren zijn poreus. Ze nemen licht sneller op, in plaats van het te weerkaatsen. En dat zie je terug in de kwaliteit van je geliefde The Devil Wears Prada of Expeditie Robinson.
Projectieverf is een speciale verf die sterk reflecterend werkt, waardoor jij betere beeldkwaliteit krijgt. Het doet eigenlijk hetzelfde als een normaal projectiescherm, maar dan zonder het gesleep of permanente installatie aan je plafond. Eén keer verven en klaar. Je maakt het ‘scherm’ zo groot als je zelf wilt, desnoods pak je de hele muur mee. De verf is gewoon wit, dus opvallen doet het niet.
Aan de slag
Een pot projectieverf – genoeg voor 5 tot 10 vierkante meter – kost wel een lieve duit: tussen de 129 en 179 euro. Maar ja: dat ben je voor een projectiescherm ook minimaal kwijt. Zo’n verfpakket bestaat uit twee onderdelen, primer en finish. Op de meeste gladde muren is het zo gepiept – let wél op de lange droogtijd.
Het spreekt voor zich dat je ook een kwalitatieve beamer nodig hebt, want op alleen een pot projectieverf gaat je filmavond het niet redden. Tegenwoordig heb je zelfs kleintjes waar je je smartphone op kunt aansluiten. Helemaal leuk deze winter: in een handomdraai knusse, oldschool filmavonden met het hele gezin.