Dat vleesvervangers in Nederland steeds populairder zijn, komt volgens hem doordat de basis van de producten van De Vegetarische Slager in Nederland zijn gelegd. Bovendien hebben we in Nederland veel intensieve veehouderijen, waardoor mensen meer nadenken over waar het vlees vandaan komt.

Maar wat misschien nog wel de belangrijkste reden van de toegenomen populariteit is: de vleesvervangers worden steeds beter. “En dat die smaak zo goed is, ook dat wordt steeds bekender bij een groot publiek. Hierdoor krijg  je ook meer ruimte voor rationele argumenten zoals dat het eten van vleesvervangers goed is voor dieren, het klimaat én onze gezondheid.”

Lees ook
Heerlijk verantwoord: dit zijn de allerlekkerste vleesvervangers (volgens ons dan)

Vleesvervangers populairder

Het allerbelangrijkste is volgens Korteweg dat de smaak van het product goed is. Hij begon De Vegetarische Slager veertien jaar geleden en heeft zijn bedrijf inmiddels van de hand gedaan aan Unilever. “Toen ik begon werden vleesvervangers nog als ‘kansloos’ gezien. Die producten lagen al tientallen jaren in de schappen van de supermarkten, maar daar zat geen groei in.”

Wie herinnert zich niet de tijden dat sojabrokken nachten in een marinade moesten liggen om ook maar enigszins iets van smaak op te laten nemen? Korteweg kwam er achter dat mensen niet op smaak willen inleveren en dat een goede vleesvervangers voor velen echt naar vlees moet smaken. “Hielden we niet van de smaak van vlees, dan was iedereen al vegetariër”, lacht hij. “De belangrijkste reden dat mensen vlees blijven eten, is dat ze het zo lekker vinden. Ze zijn er zelfs verslaafd aan. Ze willen het dus niet missen.”

Ontwikkelingen

Ontwikkelingen in de tijd zorgen ervoor dat de vleesvervangers steeds beter worden. Zelf spreekt hij het liefst van nieuw vlees, op basis van planten in plaats van oud vlees van dieren.

Korteweg vindt zelf de kipstuckjes erg goed gelukt en ook de ereburger, die zelfs jus geeft, daar klapt hij voor. Korteweg hoopt ons in de toekomst zelfs te kunnen voorzien van kaas, op basis van gras. Een proces dat hij momenteel met wetenschappers aanvliegt en zeven jaar voor heeft uitgetrokken.

Biefstuk

Iets eerder denkt hij al – binnen een jaar of vijf – dat iedereen een echt goede biefstuk op basis van plantaardige materialen kan kopen. “Dat moet echt gaan lukken. En dan ook een biefstuk die altijd lekker is. Niet zoals een echte, waarbij je soms wel eens een minder lekker stuk hebt.”

Tot slot hoopt hij dat restaurants de vleesmachine gaan omarmen, waarmee ze zelf hun eigen vleesvervanger kunnen maken van bijvoorbeeld lokale bonen en die geheel eigen kunnen maken met kruiden en specerijen. “Er is nog veel te doen op het gebied van voedsel. Ik hoop daar mijn steentje aan bij te kunnen dragen.”

Lees ook
Verkoop vleesvervangers onder meer gestegen door hamsteren: ‘Die zijn langer houdbaar’