‘I love you.’ ‘Love you mohore.’ Je hoort het zo vaak zeggen. Vriendinnen tegen elkaar, zelfs middelbare scholieren aan het eind van de schooldag: ‘Tot morgen. Love you!’ En weg snelt de fiets.
Het gaat me een beetje te makkelijk.
‘I love you.’ ‘Love you mohore.’ Je hoort het zo vaak zeggen. Vriendinnen tegen elkaar, zelfs middelbare scholieren aan het eind van de schooldag: ‘Tot morgen. Love you!’ En weg snelt de fiets.
Het gaat me een beetje te makkelijk.
Voorheen was de liefdesbetuiging voorbehouden aan ouders en kinderen en aan geliefden. Na een paar maanden verliefd in de relatie kwam het hoge woord eruit: “Ik hou van jou.”
Nu zeggen we het allemaal tegen elkaar, de liefde stroomt rijkelijk. We houden het wel bij Engels: ‘Love you!’ En we fietsen weer verder.
Alleen in de romantiek lijkt het moeilijker te worden. Terwijl het juist daar zijn nut heeft. Vooral mannen zijn niet gretig met de drie bekende woorden. En toch mogen we ze zo graag horen. Niet dat je er ene fluit mee opschiet, maar het klinkt zo heerlijk.
Om het als vrouw als eerste te zeggen is niet handig, daar worden mannen bang van. Dat we wisselgeld willen. En niet geheel onterecht. Als je in zijn oor lispelt: “Ik hou van jou”, en hij zegt niks terug, voel je je toch bescheten. Het is een eenzaam gevoel, in je eentje van z’n tweeën te houden.
En het is niet alleen de angst voor het wisselgeld als we zeggen: “Ik hou van je”, maar ook voor de consequenties. Als de dood dat je direct je tandenborstel en je badjas bij hem parkeert en dat hij twee keer per week quinoa salade met biologische zontomaatjes moet eten. Dat hij niet meer bij vrienden voetbal kan gaan kijken en zich moet verantwoorden waar hij tot twee uur ’s nachts uithing. Vooral mannen die al een relatie of huwelijk achter de rug hebben, hebben daar geen zin meer in. Hun avondklok duurde al ruim twaalf jaar en dat was meer dan genoeg.
Daarbij denk ik dat de meeste mannen ‘ik hou van jou’ ook stom vinden klinken. ‘Love you’, gaat nog wel, maar in het Nederlands klinkt het zo plechtig.
Ik heb het ook nooit tegen Mehmet gezegd. Wel app ik hem ‘seni seviyorum’, Turks voor ‘ik hou van jou’. Voor mij zit daar echter weinig emotionele lading aan, ik spreek immers geen Turks. Maar het klinkt wel heel leuk. Ik krijg meestal terug: ‘Hahaha gek!’ Niet: ‘Ik ook van jou.’ Over liefde zwijgt hij in alle talen.
In bed praat hij wel honderduit. Hij laat zijn fantasie de vrije loop en ik beaam alles gretig. Over een eventueel trio. Ja, fantastisch. Een rendez-vous in mijn lakjas met niets eronder? Tuurlijk als hij dat lekker vindt. In een fantasie spelen inlegkruisjes en de koude avondlucht geen rol. We praten wat af in bed.
Ook als hij rechtstreeks vanuit zijn werk naar mij toe komt, praat hij honderduit. Pfff, wat een dag. Niemand begrijpt wat, hij moet alles honderd keer uitleggen en dan snappen ze het nog niet. Ook weet ik inmiddels dat de voedingsbranche goed boert tijdens de lockdown en mensen veel chocola eten.
Van zijn diepere gevoelens kan ik echter geen chocola maken. Ik kan de zaak zo moeilijk inschatten: is hij emotioneel introvert of domweg oppervlakkig? Of is de liefde er niet? Geen idee. Van hem geen woord.
In mijn hoofd heb ik diepzinnige gesprekken met hem, een geweldige dialoog. In mijn hoofd maak ik van bijna alles een mooi verhaal. Dus ook van Mehmet en mijn relatie met hem. Ik ken hem prachtige eigenschappen toe en één daarvan is dat hij dol op me is.
Grapsgewijs zeg ik weleens: “Hou je nog van me?” En dan is het antwoord steevast: “Ja natuurlijk.” Maar dat is zo niet serieus, dat kan iedereen zeggen. Als de bakker morgen vraagt of ik nog van hem hou, zeg ik ook ja. Daarbij doel ik natuurlijk op zijn brood.
Over de app is Mehmet wel wat opener. ‘Ik mis je’, krijg ik. Ook plagen we elkaar veel, want we verschillen op een aantal vlakken sterk van mening. Hij is gezagstrouw, ik heb een autoriteitsprobleem. Hij is een enthousiast vleeseter, ik ben veganist. Om maar eens wat te noemen.
Ik maakte me tijdens de lockdown ook vreselijk boos over het extreme politiegeweld dat ik van nabij heb gezien, maar waar weinig van te zien is in de mainstream media. Ik stuur Mehmet een stukje uit een krant waar dat wel wordt gemeld.
‘Schat maak je toch niet zo druk hahaha”, schrijft hij terug. Ik zie hem verder tikken en weer wissen, dus ik app: ‘Ja, wat wilde je zeggen?’ Dan krijg ik: ‘Hou van je mijn kleine opstandige anarchist.’ En als vanzelf app ik terug: ‘Hou van jou mijn grote, wilde nationalist.’
Hij heeft het gezegd. Zomaar. Heel onverwacht. Ik ben er stil van, terwijl mijn hart ervan gaat wuiven.
Sophie* (58) is journalist, moeder en columnist bij LINDA.nl. Ze is volop aan het daten en neemt je mee in haar ervaringen met dating-app Tinder. De volgende aflevering verschijnt vrijdag 9 juli om 20.00 uur op LINDA.nl.
Lees ook
‘Ik betreur het dat ik niet op vrouwen val, ze zijn honderd keer leuker dan mannen’