Column

Dilan Yurdakul: ‘Al voor we op vakantie vertrokken, had ik heimwee’

doorDilan Yurdakul

Dilan Yurdakul (33) is acteur en theatermaker.

Dit jaar gingen we naar een van de Griekse eilanden: Samos. Al voor vertrek had ik heimwee, zoals ik zo vaak heb als ik mijn vertrouwde habitat en structuur moet verlaten. Gelukkig had ik de vakantie ditmaal in ieder geval verdiend: ik had een boek geschreven, een film gemaakt, een voorstelling uitgebracht en veel opgetreden. Ik was doodmoe. Maar eenmaal op het eiland maakte het idee tien dagen maar op één plek te vertoeven me onrustig. Ik fluisterde mijn vriend toe dat we misschien een auto konden huren om de omgeving te ontdekken, “dat is echt het leukste aan op vakantie gaan”, hoorde ik mezelf zeggen. De eerste dag hoefden we echter nog helemaal niks. Alle opgehoopte vermoeidheid kwam er uit: ik sliep, huilde en ontplofte om de kleinste dingen. Het idee van een auto huren verdween meteen naar de achtergrond.

De tweede dag werd ik ziek, ik lag in bed of zat op de wc. Tot het avond werd en de autohuurstem in mij toch weer luider begon te worden. Ik zei tegen mijn vriend dat we de volgende dag toch écht die auto moesten huren. De derde dag was het dan eindelijk zover: toen we op ons nu al vertrouwde terras zaten waar we iedere ochtend onze cappuccino met koemelk dronken – er was geen havermelk – fluisterde ik hem weer toe dat we zo toch echt een auto moesten huren. Nog voor ik uitgesproken was, kwam de eigenaar naar buiten en begroette ons met: “Zijn jullie er weer?” We knikten betrapt. De mannen raakten aan de praat en kwamen tot de conclusie dat een scooter huren veel fijner was, dan voelde je de wind en had je dé eilandervaring. Ook die dag bleven we bij dezelfde strandtent, dronken in totaal acht cappuccino’s en aten vier clubsandwiches. ’s Avonds ontdekten we een Italiaan. En huurden een scooter. De scooter werd de volgende dagen alleen maar gebruikt om de heuvel op en af te rijden naar onze cappuccinotent, de Italiaan en de ijswinkel. Elke dag beloofden we de stad uit te gaan, maar deden het niet. De routine beviel ons. Ik wilde niet meer terug naar huis. Pas bij het ritje naar de benzinepomp, voor het terugbrengen van de scooter, beleefde ik uiteindelijk dé eilandervaring: de wind door mijn haren, het adembenemende uitzicht. De mens is een gewoontedier. Maar ik was wel uitgerust.

TRENDING

Gerelateerd

NET BINNEN