Geen muffe metro’s en trage trams voor jou: tijdens een citytrip neem je gewoon lekker de benenwagen. Snappen we, maar daar is niet elke stad even geschikt voor.
Gelukkig deed taal-app Preply onderzoek naar de meest én de minst ‘beloopbare’ stad van Europa.
Preply keek naar de wandelafstand en het aantal stappen tussen de vijf meest populaire bezienswaardigheden in elke stad. Daaruit komt een heuse beloopbaarheids-ranking voort.
De stad waar je het meest moet lopen is volgens de app het Portugese Lissabon, een stad gebouwd op heuvels. Als je daar het Oceanarium, het klooster van Jerónimos, Praça do Comércio en de wijken Alfama en Bairro Alto bezoekt, moet je maar liefst 24 kilometer wandelen. Ofwel: 31.500 stappen. Een goede work-out.
Andere steden waar je je benen flink traint zijn Zagreb (24.780 stappen), Hamburg (21.210 stappen), München (19.740 stappen) en Oslo (17.010 stappen). Als je de steden wel wilt bezoeken, maar niet zo veel wilt wandelen, kun je natuurlijk wel altijd een bezienswaardigheid overslaan. Of de bus nemen.
De stad waar je het minste loopt is het Spaanse Sevilla. Binnen twee kilometer (!) vind je daar zowel het Koninklijk Paleis van Sevilla als Plaza de España, de Catedral de Sevilla, de Torre Giralda én de wijk Santa Cruz. Kun je daarna lekker op een terras neerploffen voor een groot glas sangría.
Andere steden die (zeer) geschikt zijn voor voetgangers zijn Venetië, Porto, Florence en Athene. Amsterdam staat op de zesde plek: daar loop je vier kilometer om de vijf bekendste bezienswaardigheden te bekijken.
Maastricht, de stad met een dijk van een reputatie: kneuterig en knus, maar toch met internationale allure
