In menig huishouden staat nasi goreng wekelijks op het menu. Maar hoe maak je nou de lekkerste? Wat is essentieel en waar kun je zelf mee variëren?
Culinair auteur Vanja van der Leeden van het boek Indorock legt het uit.
Nasi Goreng
Als we het in Nederland over nasi (rijst in het Indonesisch) hebben, dan bedoelen we eigenlijk nasi goreng (gebakken rijst). Nasi goreng bestaat in veel keukens zoals bijvoorbeeld de Indische, Indonesische en Chinese. “Het is echt een restjesgerecht” vertelt Vanja. “Door de talloze lokale verschillen in het bereiden van het gerecht kun je eindeloos variëren.”
Vanja deelt de beste beginnerstips voor een échte Indonesische nasi goreng.
Passie voor nasi
Begin met het bakken van de boemboe in wat olie in de wok. “De boemboe, ofwel het kruidenmengsel, maak je met ui, knoflook, chilipepers en trassi (garnalenpasta). Je kunt de ingrediënten fijngesneden of als pasta aan de pan toevoegen.” Trassi zou je als vegetariër kunnen vervangen door rode miso.
Vervolgens schuif je de boemboe naar een kant van de pan en roerbak je twee los geklutste eieren in nog wat olie tot een soort scrambled egg. Die meng je weer door de boemboe en dan voeg je de rijst toe. Eenmaal gebakken roer je er nog een eetlepel ketjap manis door. Vanja raadt pandanrijst aan, want deze blijft een beetje vochtig en wordt niet hard en droog. “Nasi goreng is een ontbijtgerecht in Indonesië, de leftover rijst van de vorige dag wordt gebruikt. De afgekoelde rijst zorgt er voor korrels niet aan elkaar plakken.”
Vanja benadrukt ook het belang van een hete wok. “Hierin bak je de nasi goed en snel tot een luchtig, heet geheel” Alleen het klassieke eitje ontbreekt nog. Dat bak je in een andere pan in een laagje olie en serveer je op de rijst.
Naar eigen smaak kun je de nasi goreng afmaken met bijvoorbeeld wat kip of een restje groenten. Je kunt er kroepoek bij serveren en atjar op tafel zetten.
Vanja: “Nasi is het het perfecte restjesgerecht, dus je kunt eindeloos variëren met ingrediënten die jij lekker vindt. Maak vooral je groentela leeg en gebruik je leftovers van de vorige dag.”
Zo staat in een handomdraai een lekkere maaltijd op tafel én je bent ook nog eens duurzaam bezig. Selamat makan.