Het is geen geheim dat ik van mode (en experimenteren) houd. Ik was mega benieuwd hoe men zou reageren als ik een rok zou dragen, dus droeg ik er een.
En dat leverde een aantal scheve blikken (en mooie complimenten) op.
Het is geen geheim dat ik van mode (en experimenteren) houd. Ik was mega benieuwd hoe men zou reageren als ik een rok zou dragen, dus droeg ik er een.
En dat leverde een aantal scheve blikken (en mooie complimenten) op.
Eerder schreef ik al dat de mannenrok een trend is dit najaar. Ik spotte ‘m tijdens de Fashion Week in Parijs bij Robert Pattinson, bij Alfie uit Emily in Paris en op de heupen van modeminnende mannen bij shows. Gestyled met een broek eronder (of zonder), met sneakers of laarzen en met een hoodie of overhemd: het kan allemaal.
Ik zag het en was meteen verliefd. Waar ik vroeger nog afstand nam van alles wat vrouwelijk was, durf ik, nu ik meer mezelf ben, ook mijn vrouwelijke kanten te omarmen. En nee, daarmee bedoel ik niet dat ik met pumps en een baljurk naar de Appie loop. Het zit ‘m in de kleinste dingen: een keer nagellak dragen. Op glanzend leren schoenen lopen. Een roze overhemd uit de kast trekken. Dat durfde ik voorheen allemaal niet, maar nu wordt het gewaardeerd door mezelf en de mensen om me heen.
Goed, die mannenrok, dus. Ik had al een vintage gothic exemplaar op de kop getikt voor die ene Fashion Week. Ik droeg ‘m en kreeg compliment na compliment. Maar goed, de rok was immers ook de talk of the town onder het modepubliek, dus de timing bleek goed. Ik droeg ‘m welgeteld één dag en sindsdien ligt-ie te verstoffen in m’n kast. In Amsterdam vond ik toch nog niet een reden om het ding aan te trekken (of ik liet me, heel misschien, soms ook leiden door angst).
Maar toen ik een kuitlang exemplaar zag in een spijkerstof, wist ik: die moet ik hebben. En zo geschiedde. Ik kocht er een van een vrouwenlijn – in een grote maat, want mijn 1.96 meter lange lijf past niet overal in. Het ding zat zowaar als gegoten en stond, al zeg ik het zelf, best goed. Nu moest ik nog mijn angst overwinnen om de rok ook daadwerkelijk buitenshuis te dragen. Doodeng. Maar ik deed het.
Dus daar ging ik, onderweg naar een evenement in een spijkerbroek, de spijkerrok eroverheen en een overhemd erop. Ik zou liegen als ik zeg dat ik niet zenuwachtig was. Tuurlijk, ik heb al eerder een rok gedragen in het openbaar en ben gewend aan starende mensen. Want ik ben lang, bleek m’n haar weleens en draag soms ‘opvallende items’. Redenen om te staren, blijkbaar.
Maar niets is zo opvallend als een rok om een mannenlijf, zo bleek. Met een hartslag op niveau ongezond verliet ik m’n huis en liep ik naar het evenement toe over de Amsterdamse grachten. De twee jongens die me tien meter verderop al zagen lopen keken me van top tot teen aan. Ik deed alsof ik ze niet zag en liep verder. Een meisje van mijn leeftijd keek me verward aan. De jongen die naast haar liep gaf geen kik. Twee straten verder wandelde een oudere mevrouw me tegemoet. Ze glimlachte en knikte. Ik lachte terug. Mijn hartslag werd lager met de minuut.
Verder vielen weinig blikken van anderen me op. Hoe langer ik wandelde, hoe meer ik het waardeerde dat ik mijn angsten had overwonnen. Op het evenement kreeg ik compliment na compliment van collega’s. Niet dat ik het daarvoor deed, maar het is toch fijn om te weten dat ik niet de enige was die de rok waardeerde.
De hele dag voelde als een overwinning. Ik krijg weleens complimenten dat ik het ’toch allemaal maar durf’ of dat iemand mijn stijl tof vindt. Megalief om te horen, maar ik ben soms ook echt niet zeker van m’n zaak. Al helemaal niet omdat ik ook weleens ben uitgescholden of aangestaard. Van mode houden en opvallendere stuks willen dragen wordt niet altijd gewaardeerd door iedereen, maar gelukkig heb ik inmiddels een groep mensen om me heen verzameld die het wél waarderen. Jezelf zijn wordt beloond als je de juiste mensen om je heen hebt. Echt.