‘Aha.’ Hij werpt me een korte blik toe. ‘Ik zie het al: normale lengte en normaal gewicht.’ De anesthesioloog, groot in z’n bewegingen, vinkt de kaders op het document aan, terwijl ik tegenover hem plaatsneem.
Een lach ontsnapt. Is-ie blind? Ik ben echt klein, zeker voor een Nederlandse. In openbare spiegels zie ik nooit het hele gezicht, alleen m’n haar en glanzende voorhoofd. Een kilo of tien zou er gemakkelijk af mogen zonder in de buurt van ‘mager’ te komen.