Omdat in Nederland een stelselmatig tekort aan donoren is, steken steeds meer wensouders voor eiceldonatie de grens over. Vooral Portugal is populair.
LINDA. gaat in gesprek met experts en vrouwen die de stap naar het buitenland hebben gezet.
Omdat in Nederland een stelselmatig tekort aan donoren is, steken steeds meer wensouders voor eiceldonatie de grens over. Vooral Portugal is populair.
LINDA. gaat in gesprek met experts en vrouwen die de stap naar het buitenland hebben gezet.
Dit artikel is onderdeel van het LINDA.dossier Kinderwens. Meer weten?
Toen Jolanda Ottens-Jansen (nu 38) dertig was, stopte ze met de pil. Zij en haar partner hadden geen haast met hun kinderwens, maar wilden een zwangerschap ook niet langer voorkomen. Als Jolanda kort daarna ineens lichamelijke klachten krijgt, komt ze bij een voortplantingsdeskundige terecht. Daar krijgt ze te horen dat ze in de vervroegde overgang zit. “Opeens ben je onvruchtbaar en kun je geen kind meer krijgen met je eigen genen. Vervolgens kreeg ik meteen te horen dat ik nog wel zwanger zou kunnen worden via eiceldonatie. Daar had ik eigenlijk nog nooit van gehoord.”
Als een vrouw geen goede eicellen (meer) heeft, kan ze in veel gevallen alsnog zwanger worden met de onbevruchte eicellen van een ander. Meestal gaat het om vrouwen die in de vervroegde overgang zitten of slecht functionerende eierstokken hebben. Ook vrouwen met het syndroom van Turner kunnen meestal alleen zwanger worden via eiceldonatie.
Eiceldonatie is een pittig traject: de donor moet een ivf-behandeling ondergaan, wat betekent dat ze zichzelf moet injecteren met hormonen waarop later een eicelpunctie volgt. Daarvoor ontvangt ze een onkostenvergoeding van 680 euro. Ook moeten donoren in Nederland tussen de 25 tot 36 jaar oud zijn en zelf tenminste één kind hebben, of boven de dertig jaar zijn en geen kinderwens of een voltooid gezin hebben.
Krista werd na acht jaar 'ein-de-lijk' zwanger door de eiceldonatie van DeborahLees ookIn Nederland zijn drie eicelbanken: in het UMC Utrecht, het TFP Medisch Centrum Kinderwens in Leiderdorp en het Amsterdam UMC. Zij kampen met grote tekorten, waardoor hun wachtlijsten slechts één à twee keer per jaar opengaan. Veel stellen zetten daarom de stap naar het buitenland.
Over de grens zijn de wachttijden voor eiceldonatie een stuk korter of niet bestaand. “Het feit dat donoren in Nederland hun gezin compleet moeten hebben, is het grootste struikelblok”, zegt Anneke Janssen van Kinderwens Buitenland. Sinds 2015 begeleid Janssen mensen die de grens over steken om hun kinderwens te vervullen. Ruim de meerderheid – volgens Janssen honderden koppels per jaar – doet dat om een eiceldonor te vinden. “In Nederland zit meer taboe op eiceldonatie dan in landen als Portugal. Daar is het iets waar je trots op mag zijn – iets wat je voor een ander doet.”
Wensouders kunnen onder andere naar Tsjechië, Spanje, de Verenigde Staten en Portugal. Vooral het laatste land is momenteel populair, merkt Janssen. “In Portugal is geen wachtlijst, maar ze hebben wel dezelfde wet- en regelgeving als Nederland. Daardoor zijn artsen in Nederland eerder bereid om mee te werken en kun je de bloedonderzoeken gewoon hier doen.” Donoren krijgen daar ongeveer hetzelfde bedrag als in Nederland en zijn niet anoniem, waardoor kinderen later contactgegevens kunnen opvragen.
Jolanda’s traject begon in Nederland. Twee vrouwen uit haar omgeving waren bereid te doneren, en ze ontving eicellen van de bank in Leiderdorp. Uit drie trajecten volgden twee terugplaatsingen die beiden misgaan. Het stel was op dat punt al door hun drie vergoede pogingen heen. “We hadden de hoop eigenlijk al verloren, dus bedachten we ons: wat willen we nog proberen voordat we onze kinderwens kunnen afsluiten? En dat was naar het buitenland. Dus hebben we toen de stap gezet naar Portugal.”
Dat land sprak hen vooral aan omdat hun kind later de gegevens van de donor zou kunnen opvragen. Ze mochten de intake ook online doen, maar besloten naar Portugal af te reizen. “Mijn man moest er toch heen om zijn zaadcellen in te leveren en ik moest een echo laten doen. Op die manier konden we ook meteen de kliniek zien. Dat bezoek was voor ons de doorslaggevende factor, want het zag er allemaal goed en professioneel uit.”
De kliniek zoekt vervolgens een match op basis van hun wensen. “Je mag zelf aangeven wat je zou willen: oogkleur, haarkleur, lengte, gewicht en opleidingsniveau. Wij hadden zelf niet zoveel wensen, behalve dat we wilden dat de donor rood haar zou hebben. Ik heb dat zelf ook en vond het een mooi idee dat ik dat hopelijk zou kunnen doorgeven aan een kindje.”
Jolanda en haar man slaan meerdere voorstellen af voordat ze de juiste match vinden. “Dat voelde heel gek, omdat we vanuit Nederland gewend zijn dat de donoren zo schaars zijn dat je eigenlijk geen keus hebt.” Vijf maanden na de intake heeft ze de eerste terugplaatsing van een donor met rood haar. Bij de tweede terugplaatsing is het raak. “Dat was heel bizar, ik had nooit meer verwacht dat het zou lukken. 24 weken lang geloofde ik eigenlijk niet dat ik écht zwanger was. Mijn zwangerschap was nooit zorgeloos, ik was altijd bang dat ik haar kwijt zou raken. Ik was zó blij toen ze er eindelijk was.”
Als een vrouw voor sterilisatie kiest, zegt de arts nog vaak 'nee': 'Hij noemde het 'volslagen krankzinnig''Lees ookIn de zomer van 2023 is de Fertiliteitskliniek Twente een samenwerking gestart met Ferticentro: een Portugese kliniek met een volledig Nederlandse website. Dit betekent dat embryo’s die ontstaan na de behandeling met een eiceldonor in Portugal in Hengelo kunnen worden teruggeplaatst. Een jaar geleden gebeurde dit voor het eerst.
“We weten dat er een heleboel patiënten noodgedwongen naar alternatieven moeten zoeken omdat er in Nederland niet genoeg eiceldonoren zijn”, zegt gynaecoloog en voormalig directeur Marieke Verberg. Ze stond aan het hoofd van de kliniek toen de samenwerking met Portugal werd opgezet. “Een van de redenen dat er vanuit de medische wereld weerstand was tegen eiceldonatie in het buitenland, is dat de regelgeving niet in alle landen gelijk is. Maar toen deze in Portugal helemaal hetzelfde werd als in Nederland, was die drempel eigenlijk verdwenen.”
Koppels beginnen het proces in Portugal en doen alleen de terugplaatsing in Nederland. “Het is niet heel revolutionair, maar doordat wij een deel van het traject faciliteren, hoeven mensen minder vaak op en neer naar Portugal.” En daar is genoeg animo voor. “We hebben het altijd superdruk, maar voor ons is dit traject niet heel tijdsintensief. Als de juiste afspraken met Portugal zijn gemaakt, is het de bedoeling dat mensen relatief kort bij ons zijn.”
Janssen van Kinderwens Buitenland heeft vier jaar geleden de eerste lijnen voor deze samenwerking uitgezet. “Het is minder stressvol om voor het laatste deel naar Hengelo af te reizen dan weer naar Portugal te gaan”, bevestigt ze. Toch kiest de helft ervoor om het hele traject in Portugal te doen. “Dat komt meestal doordat ze al meerdere fertiliteitstrajecten achter de rug hebben en de ervaringen in Nederland niet zo goed waren.”
Wanneer je nog recht hebt op verzekerde fertiliteitsbehandelingen, kan een deel van het buitenlandse traject worden vergoed. Wanneer dit niet geval is, verschillen de bedragen per land. Waar je in de VS al snel 40.000 euro voor de garantie op twee terugplaatsingen neerlegt, kost dit in Spanje tegen de 10.000 euro. In Portugal ligt het bedrag zo rond de 7.500 euro.
Mannen over hun onvervulde kinderwens: 'Je voelt je als man soms een beetje nutteloos'Lees ookVoordat de regelgeving in Portugal aangepast werd, was volgens Janssen Spanje het meest populair. Het grootste verschil met Nederland is dat eiceldonatie daar anoniem is. Femke Wits (nu 46) was 36 toen ze haar partner leerde kennen. Ze hadden geen haast met hun kinderwens. “Op mijn veertigste besefte ik pas dat ik best wel laat was: ik had er eigenlijk nooit bij stilgestaan dat de kwaliteit van je eicellen na je 34ste enorm afneemt.”
Na een bezoek aan de fertiliteitsarts proberen ze zowel ICSI als IUI maar die pogingen lopen tot niets uit. Op haar 43ste krijgt Femke te horen dat eiceldonatie nog hun enige optie is. “Eerst wist ik niet of ik het wel wilde. Ik zou het kindje wel dragen, maar genetisch was het niet van mij. Hoe zou dat voelen?” Tot ze ervaringen van andere vrouwen op Facebook leest. “Ze zeiden: je draagt het zelf, dus is het gewoon biologisch jouw kind, punt.”
Na online vooronderzoek reisden ze in 2022 af naar een Spaanse kliniek. “De anonimiteit was niet de reden dat we voor Spanje hebben gekozen. Ik was lid van een Facebook-groep waar mensen veel goede verhalen over Spanje deelden. Ook tijdens onze intake voelde het meteen goed. Mensen zeggen vaak: ‘Dit kun je je kind niet aandoen.’ Ik ben het daar niet mee eens, want hij is niet afgestaan. Ik heb hem zelf gedragen. Zolang we er eerlijk over zijn, denk ik dat hij er geen last van heeft dat hij mijn genen niet heeft.”
In de kliniek maakten ze een foto van haar gezicht en zochten ze in de donorbank een persoon die op haar leek, vertelt Femke. “Het is niet dat je kunt invullen dat je een hoogopgeleid persoon met bruin haar wilt. Ze leggen jouw profiel naast dat van de donor en zoeken naar een passende match.”
Enkele maanden later hadden ze een donor gevonden en bij de eerste terugplaatsing was het meteen raak. Op haar 45e beviel Femke van een gezonde zoon. “Tijdens de zwangerschap vergat ik soms al dat ik met behulp van eiceldonatie zwanger ben geworden. Het was inderdaad meteen mijn kind, punt. Sindsdien vind ik het bijzonder knap dat vrouwen draagmoeder kunnen worden. Mijn zoon is nu anderhalf, en ik herken mezelf zeker in hem: hij neemt toch dingen van me over. Ik praat veel in mezelf, hij maakt ook graag rare geluidjes. Mijn vriend zegt dan altijd: ‘Dat heeft hij echt van jou.'”
Daphne en Judith helpen vrouwen met vruchtbaarheidsproblemen op platform FertiFriend: 'Wij misten de mentale hulp'Lees ookZullen er in Nederland ooit zoveel eiceldonoren zijn dat stellen niet meer (zo vaak) naar het buitenland hoeven stappen? “Ik denk niet dat dit snel verandert”, zegt Janssen. “Nederlanders hebben een andere instelling dan Portugezen en Spanjaarden. Ik zeg weleens tegen jonge mensen: ‘Joh, je bent jong en hebt al een dochter. Wil je geen eiceldonor worden?’
Het antwoord is dan toch: ‘Nee, want dan denk ik dat ik op iedere hoek van de straat mijn kind zie lopen.’ Wij hebben daar een heel ander gevoel bij, terwijl het maar één van de miljoenen cellen in je lichaam is. Wellicht verandert de situatie als we hier besluiten dat je toch eiceldonor mag worden als je geen compleet gezin hebt, want dat is de grootste barrière.”
Ook bij de Fertiliteitskliniek Twente denken ze dat hun samenwerking met Ferticentro voor de lange termijn is. “We hebben het onderling nooit over die vraag gehad”, zegt gynaecoloog en huidig directeur Linde van Genugten. “Wel hebben we zeker de wens om de samenwerking voort te zetten, zolang er tenminste niets verandert aan de regelgeving en de patiënten tevreden blijven. Daarnaast verwacht ik niet dat er in Nederland ineens zoveel eiceldonoren bij zullen komen dat er geen wachtlijst meer is.”
Jolanda en Femke waren beiden bang dat ze zich wellicht niet de echte moeder van hun kind zouden voelen. Achteraf blijkt die angst ongegrond. “De eicel die ik heb gekregen is een bouwsteentje”, zegt Jolanda. “Dat maakt mij niet minder moeder.” Janssen krijgt vaak te horen dat koppels dankbaar zijn dat het aan de eicel en niet aan de zaadcel ligt. “Bij spermadonatie zit er helemaal niets van de man bij. Bij eiceldonatie kan de vrouw het kind zelf dragen en levert de man het zaad, waardoor er iets van hen allebei inzit.”
Dit artikel is onderdeel van het LINDA.dossier Kinderwens. Meer weten?
Voorkeur voor het geslacht van je (ongeboren) kind: 'Na de echo kon ik niet stoppen met huilen'Lees ook