Midden op de dag slaat het noodlot toe: de suikerdip – oftewel de glucosedip. Je dreigt in slaap te vallen achter je bureau en grijpt snel naar een kop koffie of een gevulde koek voor een energieboost. Herkenbaar? Dít is wat je erover moet weten.
Wat is de glucosedip en hoe kun je het voorkomen? Expert gezondheid bij het Voedingscentrum Marije Verwijs legt het ons uit.
Als je een maaltijd eet met veel koolhydraten en snelle suikers, zoals een pannenkoek met stroop, kun je daarna een vorm van vermoeidheid ervaren. Hoe dat komt? “Na het eten van zo’n pannenkoek stijgt je bloedsuikerspiegel en maakt je lichaam insuline aan om je bloedsuikerspiegel weer in balans te brengen. Soms kan je lichaam dan in een korte tijd veel insuline aanmaken, waardoor je bloedsuikerspiegel snel daalt en je je moe kunt voelen”, legt Verwijs uit.
Maar is een glucosedip gevaarlijk? Volgens Verwijs niet: “Als je geen diabetes hebt, kan je lichaam zelf de bloedsuikerspiegel in balans brengen en het op constant niveau houden. Het is niet nodig om je hele voedingspatroon drastisch om te gooien en je zorgen te maken als je een keer wél zo’n dip ervaart.”
Wel zijn er volgens Verwijs mogelijkheden om de kans op een glucosedip te verminderen.”Door bepaalde keuzes te maken in je voedingspatroon, houd je je bloedsuikerspiegel in balans.” Daarbij legt Verwijs voornamelijk de focus op het eten van complexe koolhydraten. “Er zijn verschillen tussen producten die veel koolhydraten bevatten. Elk product kan je bloedsuikerspiegel beïnvloeden, met allemaal net een andere werking op je lichaam. Snoep, koek en wit brood bevatten bijvoorbeeld snelle suikers waardoor je bloedsuiker snel stijgt. Daarna bestaat de kans dat je bloedsuiker snel daalt, waardoor je in een glucosedip terechtkomt.
Producten met complexe koolhydraten, zoals volkoren producten, zilvervliesrijst en zelfs sommige soorten groente, zorgen ervoor dat je minder snel insuline aanmaakt en je bloedsuiker constanter blijft. De kans op een glucosedip is dan veel kleiner. Deze producten bevatten naast koolhydraten ook veel vezels. Als je deze producten voldoende eet, kun je het risico op het krijgen van verschillende aandoeningen verlagen, zoals diabetes 2 en darmkanker.”
En helpt het om je voeding te eten in een bepaalde volgorde? Verwijs ziet het online veel voorbij komen: “Eerst je groente, dan eiwitten, dan vetten en dan koolhydraten. Eens in de zoveel tijd komt deze ’trend’ weer terug en wordt beweerd dat het helpt tegen de glucosedip. Maar of het echt werkt? Daar is geen wetenschappelijk bewijs voor. Daarbij lijkt het me niet heel praktisch: eerst je sla, dan je kaas en dan pas je broodje. Eten moet wel lekker en leuk blijven.”
Hetzelfde geldt voor het eten van een hartig ontbijt en het drinken van appelciderazijn. “Er is geen wetenschappelijk bewijs voor, ik zou ook niet kunnen bedenken waarom appelciderazijn goed zou zijn tegen de glucosedip. En wat betreft het zoete ontbijt; als je gevoelig bent voor een glucosedip zou ik misschien niet kiezen voor twee witte boterhammen met chocopasta. Een bakje kwark met muesli en fruit is ook ‘zoet’ en bevat naast complexe koolhydraten ook veel andere goede voedingstoffen. En het allerbelangrijkste: ontbijt vooral met waar jij je het prettigst bij voelt”, benadrukt Verwijs.
Volgens Verwijs hoef je de koolhydraten en gevulde koeken dus niet over te slaan om een glucosedip te voorkomen. “Als je echt last hebt van glucosedips, kies dan voor complexe koolhydraten – in combinatie met groente, peulvruchten, noten, fruit, vlees en vis – en zorg voor een gezonde basis. Daarmee behaal je op lange termijn de meeste winst. En een zoete snack op z’n tijd kan echt wel, maar uiteraard met mate.”
We eten twee keer zoveel suiker als we zelf denken (en dat zijn heel wat klontjes)
