Je eigen bedrijf runnen, of instappen in de multinational van je ouders – deze vrouwen doen het. En met succes. Dit zijn hun tips, tricks & fails. Vandaag spreken we Jill van Deursen van Shoeby.
CV
Je eigen bedrijf runnen, of instappen in de multinational van je ouders – deze vrouwen doen het. En met succes. Dit zijn hun tips, tricks & fails. Vandaag spreken we Jill van Deursen van Shoeby.
CV
Naam Jill van Deursen
Leeftijd 35
Is mede-eigenaar en CCO (Chief Creative Officer) van Shoeby
Opleiding TMO Modemanagement
Woont samen met haar man en zoontje van één jaar
Was de keukentafel bij jullie thuis – met twee ondernemende ouders – ook een vergadertafel?
“Bij ons thuis ging het altijd over ondernemen. Niet bewust, maar gewoon, omdat het zo ging. De keukentafel was dus inderdaad regelmatig als het ware de vergadertafel en daar werden mijn broertje en ik ook bij betrokken. Zo werd er bijvoorbeeld een collectie naar ons vernoemd, genaamd Jill & Mitch. Voor ons was het hartstikke normaal om mee te sparren en te discussiëren. Alleen maar leuk. Het zit er heel erg in. Bij mijn ouders trouwens ook, want zij kwamen beide ook uit een ondernemersgezin.”
Heb je zelf altijd al ondernemer willen worden?
“Nee. Ik had niet echt het plan om ondernemer te worden. Maar het zat er ergens toch in. Je bent dat of je bent dat niet. Ik begon als weekendhulp in een Shoeby-winkel, vooral om geld te verdienen. Maar ik heb mode altijd erg leuk gevonden, dus ging ik naar TMO voor mode-management. Onbewust neem je het initiatief en ga je aan de bak met ideeën. Zo kreeg ik steeds meer verantwoordelijkheid binnen Shoeby en here we are.”
Zou je ooit in je eentje een bedrijf op willen zetten?
“Ik heb er weleens over gedacht om iets naast Shoeby te starten. Ik heb zoveel ideeën als het gaat om mode en ik ken inmiddels de klappen van de zweep. Hoe mooi zou het zijn om dit mee te nemen in iets nieuws? Maar voor nu ligt de focus op Shoeby. Mijn broer is wel een eigen AI-bedrijf gestart naast Shoeby, en mijn man is ook ondernemer. Ondernemen zit gewoon in ons bloed. Dus ik sluit het niet uit.”
Wat vind je het leukste aan je werk?
“Samenwerken met gedreven mensen, nieuwe dingen bedenken en creëren en klanten inspireren. Het is een passie.”
En wat vind je het minst leuke?
“Mails, zonder twijfel. Soms is het fijn om een uur te focussen en ze weg te werken, maar ik ben liever bezig met de creatieve kant van het werk. O, en moeilijke gesprekken met medewerkers of lastige beslissingen, die kunnen me raken. Daar lig ik dan wakker van. Dat vind ik heel moeilijk en ik kan dat niet goed van me afzetten. Maar dat hoort erbij.”
Neem je je werk veel mee naar huis?
“Ja, enorm. Ik ben er altijd mee bezig. Maar dat vind ik eigenlijk alleen maar leuk. En aangezien mijn man ook ondernemer is – al is dat in een andere sector – geeft het geen moeilijkheden.”
Heb je je ouders wel eens gemist? Bijvoorbeeld omdat ze vaak weg waren?
“Nee. Het ging heel natuurlijk en als ze er niet waren regelden ze de dingen goed. We hadden een vaste oppas en een lieve oma. Ook had mijn vader een tijdje een kantoor aan huis, wat ik geweldig vond. Er liepen altijd mensen rond, er werd gewerkt, en ik kon er als kind zo binnenstappen. In het weekend speelde ik ‘kantoortje’ achter een bureau en later, toen ik ouder werd, chillde ik er met vriendinnen – en soms met vriendjes. Er zaten dus echt heel veel leuke kanten aan. Als mijn ouders thuis waren, maakten ze er altijd iets gezelligs van. En eerlijk? Toen ik begon te puberen was ik soms blij als ze wat vaker weg waren – en zij waarschijnlijk ook.”
Kreeg je het mee als ze stress hadden over het bedrijf?
“Ja, haha, zeker. Er waren altijd wel discussies over de zaak. Soms ging het er fel aan toe, maar dat hoorde bij ons gezin. Net zoals andere gezinnen ruziën over wie het vuilnis buiten zet, ging het bij ons over het bedrijf. Ik heb dat nooit als vervelend ervaren, het was gewoon onderdeel van ons leven.”
Hoe vind je het om te werken met familieleden? Je werkt nu nog veel samen met je broer, en je moeder is ook nog veel betrokken bij het bedrijf.
“Leuk en bijzonder tegelijk. Mijn broer en ik hebben soms pittige discussies. We werken samen, maar hij focust zich meer op strategie, technologie en innovatie. En ik meer op het creatieve deel. We kunnen elkaar soms wel irriteren, maar over het algemeen vullen we elkaar juist heel goed aan en hebben we hetzelfde doel. Dat maakt ook het succes. We hebben in 2020 een rebranding gedaan, waarbij we Shoeby in een nieuw jasje hebben gestoken. Dat voelde echt als óns project. We willen dat iedereen zich knap voelt in onze collecties – als ik het zelf niet zou dragen, dan klopt het niet.”
Hoe betrokken zijn je ouders nog bij het bedrijf?
“Nou, die zijn nog dagelijks betrokken. Maar wel op juiste afstand. Ze blijven ons inspireren en houden ons scherp. Het is echt niet zo dat ze de hele dag bovenop ons lip zitten, maar als ze bepaalde dingen zien of aanvoelen, laten ze dit zeker weten. Het is bizar hoe zij altijd van alles op de hoogte zijn. Mijn vader heeft geen social media zegt hij, maar weet precies wat er speelt en wie er hot zijn. Ik zweer dat hij ergens een geheim account heeft. Mijn moeder is nog dagelijks betrokken bij het bedrijf. Ze zitten minder in de operatie, maar hun mening telt altijd. Ze zien het ook meteen als er iets speelt – je kunt niks voor ze verbergen.”
Delen jullie dezelfde visie?
“Mijn broer en ik zijn opgegroeid met dezelfde normen en waarden als onze ouders, dus in de kern en in het DNA van Shoeby zitten we helemaal op één lijn. Toen we voor de rebranding helemaal terug gingen naar de basis, kwamen we eigenlijk weer op dezelfde uitgangspunten uit. Natuurlijk hebben we onze eigen manier van werken, we komen uit een andere generatie, maar de visie – persoonlijke aandacht en eigenheid – blijft hetzelfde. Al geven wij hier zeker wel weer een eigen draai aan. Dat zie je terug in collecties, creatieve campagnes en social content bijvoorbeeld, maar ook in digitalisering en innovatie.”
Vraag je je ouders nog vaak om advies?
“Ja. Maar ik spreek ze dagelijks, dus dat gaat heel natuurlijk. Soms ga ik bewust naar ze toe met een vraag, maar vaak bespreken we dingen gewoon spontaan. En eerlijk is eerlijk, soms heb ik er even geen zin in en zeg ik gewoon dat alles goed gaat. Maar als het echt nodig is, weet ik dat ik altijd bij ze terechtkan.”
Jullie vinden dat kleding niet alleen gaat om er mooi uit zien, maar vooral om je goed voelen. Hoe zit dat?
“Klopt. We geloven dat mode veel verder gaat dan alleen uiterlijk. Het heeft invloed op hoe je je voelt, hoe je jezelf presenteert en zelfs op je zelfvertrouwen. Dat zien wij dagelijks in onze winkels. Daarom hebben we samen met een onderzoeksbureau gekeken naar het wetenschappelijke effect van styling op de gemoedstoestand van mensen. Daaruit bleek dat goed gestyled worden écht een positief effect heeft op je zelfvertrouwen en hoe je je voelt. De mensen die we volgden voelden zich oprecht gelukkiger. Dat hebben we het ‘Shoeby-effect’ genoemd. Niet alleen het advies, maar ook de juiste persoonlijke aandacht van onze personal stylistes was daarbij erg belangrijk. We hebben deze personal stylists zelf opgeleid, zodat ze klanten goed kunnen helpen en weten waar ze het over hebben. Bij ons kom je langs voor advies waar je echt iets aan hebt. De uitkomsten van het onderzoek motiveren ons om klanten nog beter te helpen bij het vinden van hun eigen look.”
Wat wilde je als klein meisje worden?
“Chirurg. Om mensen te kunnen helpen. Dat doe ik nu ook, maar dan wel in een totaal ander vakgebied.”
Wat zijn je plannen voor de toekomst?
“Stilstaan is geen optie bij Shoeby. We zien kansen om meer winkels te openen op A1-locaties (in het centrum van een stad of dorp, red), maar ook in de online wereld. Met AI en digitale innovaties willen we de persoonlijke service en styling ook online naar een hoger niveau tillen. Daarnaast zijn we internationaal aan het groeien, met winkels in Duitsland. Er staan veel mooie dingen op de planning en dat maakt me blij.”
Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door Shoeby.