Je eigen bedrijf runnen of instappen in de multinational van je ouders – deze vrouwen doen het. En met succes. Dit zijn hun tips, tricks én fails.
CV
Je eigen bedrijf runnen of instappen in de multinational van je ouders – deze vrouwen doen het. En met succes. Dit zijn hun tips, tricks én fails.
CV
Naam Johanna Jorritsma
Leeftijd 61 jaar
Is algemeen directeur van Royal Vriesco – A House of Happiness
Opleiding kunstacademie en ondernemersopleiding
Woont in Terherne (Friesland), samen met haar man
Heeft twee kinderen van 24 en 27 jaar
Hoe is dit bedrijf geworden tot wat het vandaag de dag is?
“We bestaan sinds 1919 en zijn dus al een koninklijk bedrijf [om het predicaat ‘koninklijk’ te krijgen moet een bedrijf onder meer al honderd jaar bestaan, red.]. Het startte als een handelsonderneming: het in- en verkopen van stoffen voor interieur en in het bijzonder gordijnen. Later zijn we ook een maakbedrijf geworden. Nu is het een combinatie van handel en maken. We zijn marktleider in geconfectioneerde gordijnen – een duur woord voor op maat gemaakte gordijnen – in de Benelux en hard bezig om internationaal te groeien.”
Hoe en wanneer ben jij in het bedrijf gestapt?
“Royal Vriesco is opgericht als familiebedrijf van de familie De Vries. In de jaren ’80 is dat overgedragen op het toen zittende management. Uiteindelijk heb ik het weer van hen overgekocht, toen ik rond de veertig was. Dat deed ik samen met een financiële compagnon en een commerciële compagnon. Ik heb altijd de eindverantwoordelijke algemene directierol gehad.
Toen we net met z’n allen aan de slag gingen, overleed – heel plotseling – de commerciële compagnon. Zoiets meemaken is best heftig als je net start. Zijn rol heb ik er toen bij gekregen. Daardoor stuurde ik direct de salesteams aan. Met mijn financiële compagnon heb ik tot 2020 heel goed samengewerkt. Maar hij is wat ouder dan ik en vond het tijd om samen met zijn vrouw te gaan genieten en leuke dingen te doen. Sinds die tijd zit ik dus als enige aandeelhouder op de bok, om het maar zo te zeggen.”
Wilde je altijd al ondernemen?
“Ik ben niet de geplaveide ondernemer, ik ben heel creatief opgeleid. Van lassen tot modeltekenen en vrij schilderen: ik heb het allemaal gedaan en ben afgestudeerd als mode-vormgever. Ik voelde tijdens die opleiding wel dat ik wat zakelijke bagage moest hebben, dus ik heb daarnaast mijn ondernemersdiploma gehaald. Dat creatieve is geweldig en is helemaal mijn ding, maar ik voelde wel dat ik meer fundament nodig had.
Mijn liefde voor textiel zit heel diep. Al van jongs af aan maakte ik hele garderobes voor mijn Barbies. Uiteindelijk ging ik met mijn map onder de arm langs bedrijven die iets met textiel deden. Zo kwam ik destijds ook met mijn map aan bij de Poelman Groep. Daar zat een ondernemer en hij zag potentie in mij. Ik startte daar met het ontwerpen van plastic tassen en winkelinrichting, maar ik zette ook collecties op en ik ondersteunde de productie in het buitenland. Stapje voor stapje ben ik op het importtraject gaan zitten. Ik heb uiteindelijk bijna vijftien jaar in de mode-industrie gewerkt.”
Een enorme leerschool, kan ik m voorstellen.
“Ja. Dat was echt learning by doing: daar kreeg ik de ruimte voor en die heb ik ook genomen. Ik heb bij elke deur – ook internationaal – binnen kunnen kijken. Dat was fantastisch.
Mijn toenmalige werkgever en ik hadden ook echt een klik. Dus hij zei: ‘Dat kunnen we ook samen doen.’ Maar als je in de ene organisatie werknemer en in de andere organisatie compagnon bent, geeft dat wel wrijving. Het werd tijd dat ik over mijn horizon heen ging kijken. Zo ben ik hier terechtgekomen.”
Hoe was die overstap?
“Ik ging wel even terug in de tijd. Het was een heel traditionele en door mannen geleide organisatie waar een koffiejuffrouw nog koffie serveerde. Er waren ook bijna geen vrouwen die buiten het atelier werkten.”
Vond je dat spannend?
“Nee, door mijn ervaring stond ik mijn mannetje al. Ik voelde me niet one of the boys, maar ik was net zo stevig als het team dat er al stond. En men stond ook open voor mij en mijn ideeën. Kijk, het was een stoffig bedrijf, maar ik had zin om het stof eruit te kloppen.
Dat heb ik ook gedaan. Zo heb ik de naam veranderd naar A House of Happiness omdat ik het graag internationaal neer wilde zetten. En omdat het belangrijk is dat een bedrijf a house of happiness is voor mijzelf en de medewerkers. Ook de klanten en partners moeten zich welkom voelen en weten dat we hen blij willen maken. Uiteindelijk willen zij ook dat de consument blij wordt van onze producten. Dus die lading hebben we toen aan de naam gegeven.”
Wat voor uren maak je nu?
“Als ik op de zaak ben probeer ik tussen 8.30 en 9.00 uur te beginnen. Tussen 17.00 en 18.00 uur rijd ik weer naar huis. Meestal eet ik dan een maaltijd en het liefst sport ik dan nog. Dat wisselt tussen roeien, hardlopen of yoga. Daarna pak ik nog weleens iets op van mijn werk. Dan kan ik me concentreren op het lezen of schrijven van stukken.
Op de zaak probeer ik zo veel mogelijk mijn deur open te houden voor mensen om een klankbord te zijn of samen naar iets te kijken. Dat vind ik heel fijn. Ik loop ook regelmatig een rondje door de zaak: management by walking around. Dan zien mensen mij toch weer even, kunnen ze me aan mijn jas trekken of iets vragen. Zo krijgt iedereen meer een samen-gevoel.”
Daar besteed je dus heel bewust tijd en aandacht aan?
“Klopt. Dat probeer ik mijn management- en directieteam ook mee te geven, zodat we zorgen voor verbinding. We zijn officieel geen familiebedrijf, maar het gevoel van familie is heel sterk. Iedereen hoort erbij.”
Wat zijn de grootste lessen die je hebt geleerd?
“Stick to your plan, geloof erin en ga gewoon door – ook al zit het tegen en ook al twijfel je aan jezelf. Geloof in je idee en volg je hart. En heb een verantwoordelijkheidsgevoel voor de wereld. Er komen generaties na ons die ook een goed leefklimaat moeten hebben.”
Hoe uit zich dat bij jou?
“In 2013 begon ik stap voor stap de gehele collectie te verduurzamen. Genoeg winkeliers vroegen zich af wat ik met die duurzame stoffen moest, ze vonden de stoffen stinken. Mijn leveranciers zagen het ook niet zitten, maar ik voelde dat we die kant op moesten.
We zijn het verduurzamingsproces begonnen met twee stoffen van gerecycled katoen uit de T-shirt-industrie. Op dit moment is 70 procent van onze omzet afkomstig uit onze duurzame collectie. Dat hebben we tegen de wind in weten te realiseren.”
En hoe zit het met je werk-privébalans?
“Ik vind altijd dat je eerst zelf gezond moet zijn, dus ik sport en eet gezond. Daarna moet mijn gezin gezond zijn. Als dat niet goed gaat kun je al helemaal niks. En dan moet de organisatie gezond zijn.”
Heb je tijden gehad waarin dat anders was?
“Ja, nu is het veel rustiger dan toen mijn kinderen jong waren. Alle ballen in de lucht houden was wel een uitdaging. Dan moet je echt steun kunnen vinden in een partner. Mijn man heeft mij altijd gigantisch gestimuleerd. Hij heeft me destijds zelfs het laatste zetje gegeven om op de ondernemerstrein te springen.”
Is het als ondernemer essentieel dat je zo’n thuisfront hebt?
“Dat is voor mij onvoorwaardelijk. Wat bij ons ook heel goed werkte is dat wij allebei altijd ons eigen werk hebben gehad. Dat vond ik heel fijn. Er zaten twee belangen aan de keukentafel, het ging niet alleen over mijn verhaal. Anders kun je jezelf verliezen in de drukte van je eigen onderneming.”
Welke ambities heb je nog?
“Ik ben geen dertig meer, maar ik heb nog veel ambities. Zo ben ik zes jaar geleden samen met Stichting Fier het L.A.P. Atelier begonnen. L.A.P. staat voor liefde, aandacht en progressie. Dat is een sociale onderneming die hier in huis is gevestigd.
We helpen vrouwen die vanuit een slechte thuissituatie komen om weer op eigen benen te staan en zelfstandig te worden. Bij ons blijven van elke set gordijnen die gemaakt wordt stoflappen over. Van die lappen maken zij vlaggenlijnen. Zo krijgen deze vrouwen weer een doel en dagritme. Ze leren weer om naar buiten te durven. We hebben hiermee al zoveel vrouwen kunnen helpen en daar zou ik nog een stap verder in willen.”
Wat zou die volgende stap zijn?
“Ik zou heel graag zien dat de vrouwen een diploma krijgen en hun weg vervolgen op de arbeidsmarkt. Mijn overtuiging is dat werk zingeving geeft. Dan voel je dat je ertoe doet en je wordt gezien. Het brengt structuur in je leven. Daar hebben deze vrouwen allemaal baat bij.
Voor A House of Happiness is de ambitie a happy ‘green’ curtain in 20 million homes in Europe. We willen Europa overtuigen van onze blije gordijnen. Dat kunnen thuisgordijnen zijn, maar het mag ook een hotel of zorginstelling zijn. Want blije gordijnen creëren een gezellig thuis, waar je ook bent.”
Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door ABN Amro MeesPierson en Choices by DL.
Nadia Kadhim (30) is co-founder en CEO van miljoenenbedrijf Naq: 'Iedereen doet alsof'Lees ook