Maandag wordt mogelijk een historische dag voor het vrouwenvoetbal in Nederland. 34 profclubs stemmen over een reglementswijziging bij de KNVB, die het mogelijk maakt voor het Amsterdamse HERA United om als vrouwenprofclub tot de Eredivisie toe te treden.
Vandaag wordt duidelijk of HERA United geschiedenis kan schrijven als eerste vrouwenprofclub: 'We hebben geen tijd te verliezen'
HERA United wil de eerste professionele voetbalclub van, voor en door vrouwen in Nederland worden. Niet gelieerd aan een bestaande club voor mannenvoetbal – dat wil zeggen, geen vrouwenelftal van Ajax – maar een volledig zelfstandige vrouwenclub.
Eigen club beginnen
Het idee ontstond in 2023 toen Ajax besloot geen huldiging te organiseren voor het vrouwenelftal dat kampioen was geworden. Dit zette Marieke Visser, een van de oprichtsters van Hera United, aan het denken: “Zolang vrouwen onderdeel blijven van mannenclubs, zal de focus altijd op de mannen liggen. Dus waarom beginnen we niet onze eigen club?”
Ze kreeg sportjournaliste Barbara Barend en ondernemer Susan van Geenen mee, en samen richtten ze HERA United op, met het plan om vanaf seizoen 2025/26 in de Eredivisie te spelen. Er is zelfs al een thuishaven: het Olympisch Stadion. Niet geheel ontoepasselijk voor een club vernoemd naar een godin uit de Griekse mythologie.
Hoge ambities, grote obstakels
De ambities van HERA United zijn niet mis. De club wil de lat in het vrouwenvoetbal verhogen en bouwen aan een wereld van gelijke kansen. Investeerder Marijn Pijnenborg, oprichtster van Funda, droomt er zelfs van dat de club binnen tien jaar de Champions League wint. Maar voordat het zover is, moet het reglement van de KNVB op de schop. Momenteel mogen alleen clubs die verwant zijn aan een mannenprofclub daaraan meedoen. Maandag stemmen de 34 betaalde voetbalorganisaties tijdens de bondsvergadering over het voorstel een vrouwenprofclub toe te laten.
Wanneer twee derde van de stemgerechtigden voor de wijzigingen stemt, kan HERA United, mits ze aan alle licentie-eisen voldoen, toetreden tot de Eredivisie. Daarvoor werkt de Amsterdamse club samen met Telstar Vrouwen, de vrouwenvoetbalclub van Telstar. Als zij niet degraderen, neemt HERA hun proflicentie over, zodat ze meteen kunnen instromen in de Eredivisie. Daarmee bouwen ze voort op het fundament voor vrouwenvoetbal dat Telstar Vrouwen heeft gelegd.
Oprichtster Marieke Visser heeft vertrouwen in de stemming. Ze wijst erop dat de huidige regelgeving in strijd is met artikel 1 van de Grondwet, dat discriminatie verbiedt. “Dat argument kan niemand negeren”, zegt ze. Toch is er weerstand, met name over het stemrecht.
Stemrechtkwestie
Als HERA United wordt toegelaten, krijgt de club ook stemrecht, net als de bestaande clubs. Dat betekent ook over zaken in het mannenvoetbal, en juist dat zien veel clubs niet zitten. “Maar wij willen helemaal niet stemmen over mannenvoetbal”, benadrukt Visser. De ironie ontgaat Barbara Barend niet: “Op dit moment beslissen mannenclubs wél over het vrouwenvoetbal, terwijl slechts 15 van de 34 clubs überhaupt een vrouwenteam hebben. Er zit vandaag geen afgevaardigde van het vrouwenvoetbal aan tafel. De beslissing of er een vrouwenvoetbalclub mee mag doen, wordt genomen door de algemeen directeuren. Maar het zou eigenlijk de beslissing van het vrouwenvoetbal zou moeten zijn.”
Het is een systeem dat volgens Visser hoognodig moet veranderen. “Het voelt net als de jaren vijftig, waarin we bij wijze van spreken nog steeds een handtekening van de man nodig hebben om een bankrekening te open.”
Tijd dringt
Het vrouwenvoetbal wordt volgens Barend gegijzeld, wanneer de clubs het besluit maandag uitstellen. “Maar ik verwacht niet dat dat gaat gebeuren, want alle betaald voetbaldirecteuren zien hier het belang van in.”
De oprichters van HERA United zien dat de veranderingen binnen de KNVB tijd kosten, maar benadrukken dat het vrouwenvoetbal die tijd niet heeft. “Als we tot de zomer van 2025 moeten wachten op een volgende vergadering, kunnen we onze plannen niet waarmaken. Zonder Eredivisie-status kunnen we geen spelers of sponsoren aantrekken”, legt Barend uit.
De stemming op maandag is daarom cruciaal. “De KNVB is welwillend en de clubs zeggen ook welwillend te zijn. Mocht het besluit toch worden afgewezen of uitgesteld, is het vrouwenvoetbal de grote verliezer. Dan zou echt zonde zijn. Want hoe mooi zou het zijn als de directeuren van deze 34 clubs vandaag verantwoordelijk zijn voor deze historische verandering bij de KNVB. Daarmee helpen ze de toekomst van het vrouwenvoetbal en zorgen ze dat nog meer meiden kunnen dromen van een profcarrière.”
Op maandag 16 december om 15.00 uur wordt er op het hoofdkantoor van de KNVB in Zeist gestemd. Zodra er meer bekend is, wordt dit artikel geüpdatet.