Je eigen bedrijf runnen of instappen in de multinational van je ouders – deze vrouwen doen het. En met succes. Dit zijn hun tips, tricks én fails.
CV
Je eigen bedrijf runnen of instappen in de multinational van je ouders – deze vrouwen doen het. En met succes. Dit zijn hun tips, tricks én fails.
CV
Naam Gunay Uslu
Leeftijd 51 jaar
Is CEO van Corendon sinds december 2023
Studeerde Nederlands recht (niet afgemaakt) en Cultuurgeschiedenis aan de UvA. Vervolgens is zij gepromoveerd op het proefschrift ‘Homer, Troy and the Turks. Heritage and Identity in the late Ottoman Empire, 1870-1915.’
Woont in Amsterdam met haar partner
Heeft twee kinderen: zoon Kaan (20) en dochter Rana (23)
Laten we beginnen bij het begin. Hoe ben je bij Corendon terecht gekomen?
“Ik ben Corendon begonnen met mijn broer Atilay in 1997. We startten als een reisbureau, wat ik twee jaar lang heb gemanaged terwijl mijn broer investeerde in de groei van het bedrijf. Dat liep ontzettend goed. Ik vond het zo leuk om reizen aan te bieden en mensen blij te maken. Reizen is namelijk een vorm van ontspanning en ontlading. Je bouwt herinneringen op.
Na die twee jaar besloot ik mijn studie weer op te pakken, terwijl mijn broer het bedrijf verder uitbouwde. Na mijn promotie werd ik ondernemer binnen de culturele sector, waar ik onder andere curator, conservator en eventorganisator was. In 2013 vroeg mijn broer mij om een hotelketen op te zetten voor Corendon. Ik heb altijd al een zwak gehad voor hotels en hotellobby’s, dus dat was een fantastische uitdaging. En nu, na mijn tijd als staatssecretaris van Cultuur en Media, ben ik terug bij Corendon als CEO.”
Wat maakte dat je terugkeerde naar Corendon?
“Het kabinet viel, en niet heel lang daarna werd er een dringend beroep op mij gedaan om leiding aan Corendon te geven. Het was een ingewikkeld besluit, want ik had de rit graag afgemaakt. Maar het was nodig dat ik snel begon, dus toen heb ik die keuze gemaakt.”
Waarom is het zo’n bijzonder bedrijf?
“Het is een groot en leuk familiebedrijf waarbij het eigenlijk niet uitmaakt of je bloedverwantschap hebt of niet. Mensen die vanaf dag één hier werken, voelen ook als familie. Het is een vrolijk bedrijf met veel eigenzinnige en vrije geesten die ook duidelijk kunnen aangeven wat ze vinden en denken. Dat zorgt voor reuring, maar het maakt het bedrijf ook ontzettend dynamisch en leuk om voor te werken. Natuurlijk heb ik altijd uitdagingen, maar die zijn leuk en die horen erbij. Zonder uitdagingen kan ik het leven helemaal niet onderzoeken.”
Waarom heb je ‘ja’ gezegd toen je gevraagd werd als staatssecretaris?
“Als je wordt gevraagd om staatssecretaris te worden, moet je het gewoon doen. Ik had natuurlijk heel veel redenen om het niet te doen, maar ik was gevraagd om mij in te zetten voor kunst, cultuur en media. Ja, dan ga ik geen nee zeggen. Dan moest ik gewoon doen.
Het was hard werken en het was ook wel heel turbulent. Soms dacht ik: ‘Goh jeetje, kan het iets constructiever in politiek Den Haag’. Maar het was zeker de moeite waard. Het was echt heel eervol.”
Wat is toen een grote uitdaging geweest?
“Wat niet? Kijk, ik begon tijdens de coronaperiode. Mensen van culturele instellingen, de vertegenwoordigers van die instellingen, de makers van kunst en cultuur hadden toen heel erg behoefte aan waardering, gezien worden en gehoord worden. En die mensen zijn belangrijk voor de samenleving en voor de verbinding daarin.
Ik stapte er echt als ondernemer in. Ik wist op voorhandal dat de politiek niet mijn carrière ging worden of dat ik er verder in wilde. Ik zou dit één termijn doen. Maar ik realiseerde mij wel dat ik een kans had om iets te veranderen, te verbeteren en om echt iets te betekenen.”
Je wilde niet in de politiek blijven. Waarom?
“Het is niet mijn wereld. Ik ben een maker, een bouwer en een fixer. Dat vind ik leuk. Ik zie dingen die niet goed lopen en zie daar uitdagingen en kansen in. De politiek is ook de politiek. Dan moet je ook van dat politieke spel houden, waar je dan onderdeel van bent.”
Wat zijn de grote verschillen tussen je werk als ondernemer en in de politiek?
“In het bedrijfsleven heb ik ook veel te maken met partners, net als in de politiek. Maar je werkt dan echt samen met elkaar. We hebben een gezamenlijk doel om naartoe te werken. Als ondernemer zie je kansen, gun je elkaar dingen en handel je uit vertrouwen. Dat is de basis van ondernemen. En ik denk dat de politiek daar heel anders in is. Daar laten ze elkaar struikelen om hun eigen idee door te krijgen. Daar zou iets meer vertrouwen mogen zijn. Tussen partijen maar ook tussen de overheid en de bevolking. Een groot verschil is ook dat ik door de politiek meer een publieke rol had. Als ondernemer ben ik veel vrijer om keuzes te maken.”
Vond je het een opluchting dat je het publieke kon loslaten?
“Ik heb het nog niet helemaal losgelaten, maar wel steeds meer. Ik dans nu wel in een kort broekje op het strand. Er was een tijd waarin ik dat niet zo handig vond.”
Is op vakantie gaan voor jou toch ook een soort inspiratiesessie voor je werk?
“Altijd. Architectuur, bibliotheken en lobby’s zijn heel inspirerend. Ik verbind die werelden graag met elkaar. Het koesteren van bijzondere plekken is ook belangrijk. Je hoeft niet alles te exploiteren. Maar het dient wel als inspiratie. Foto’s deel ik meteen met de creatieve mensen binnen onze organisatie. Zo ga je echt samen nadenken en blijf je ideeën delen.
Daarnaast hebben we ook elke week creatieve sparsessies. Dan gooit iedereen in de groep wat hen is opgevallen op vakantie en krijgen we de wildste ideeën. Dat is zo gaaf. Want hoe saai is succes in je eentje? We doen het echt samen.”
Je startte al op jonge leeftijd, samen met je broer. Wat waren uitdagingen van werken met familie?
“Vooral als we het moesten hebben over onze eigen financiële voorwaarden. Dat is heel lastig. Maar daar zijn we altijd wel uitgekomen, door het er open met elkaar over te hebben en het op te lossen. Ik bleef daarin dicht bij mijn eigen gevoel. En je moet vooral niet struikelen over je ego. Daar gaat het mis. Zo liep ik deze week op mijn blote voeten door kantoor. Dan moet iedereen natuurlijk heel hard lachen. Zo hou je de lol er een beetje in.”
Waar ben je echt trots op?
“Elke keer als er iets gecreëerd is. Dat kan een hotel op Curaçao, een circulair traject of een tentoonstelling zijn. Ik ben ook heel trots op mijn kinderen omdat ze heel erg zichzelf zijn. Dat was mijn wens tijdens de opvoeding. Dat ze zich vrij mochten voelen. Verantwoordelijk en alert, maar wel vrij. En ik zie dat dat gelukt is. Het zijn vooral de emotionele dingen waar ik dankbaarheid bij voel en trots op ben.”
Welke ambities zijn er nog?
“Wat ik nu spannend vind, is de verduurzaming van de reissector. Dat is pittig. Vliegen is vervuilend, dat kan ik niet in mijn eentje oplossen. Maar ik kan wel stappen nemen. Bijvoorbeeld door hotels circulair te maken, door water te delen met boeren of lokaal eten af te nemen en door de schoonst mogelijke vliegtuigen in onze vloot te hebben. Of dat we bij het opzetten van een nieuw resort zorgen dat 95 procent van het personeel uit die omgeving komt. Zo geef je weer op een andere manier iets terug.
En ik heb nog een boek in de pen. Het eerste hoofdstuk heb ik al geschreven, maar ik kom niet aan de rest toe. Ik hoop dat ik over vijf jaar een keer een half jaar een sabbatical kan nemen om dat boek te schrijven.”
Tot slot: wat geef je andere ondernemers mee?
“Nieuwsgierigheid en creativiteit moeten in je DNA zitten. Ik vind het ook belangrijk dat je als ondernemer oog moet hebben voor anderen. Want het gaat niet alleen om winst en geld, maar ook om lol, plezier en iets kunnen verbeteren of ontwikkelen. Het gaat erom dat je iets creëert. Dat je met elkaar geniet van dat proces en blijft groeien.”
Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door ABN Amro MeesPierson en Choices by DL.