Ellen Heijmerikx groeide op in een zeer strenge geloofsgemeenschap. Wanneer haar broer vertelt dat hij zonder schuldbesef drie moorden heeft gepleegd, vraagt ze zich af of ze tot eenzelfde daad in staat zou zijn.
“Als kind mocht ik eigenlijk niet bestaan, en ik noem dat een vorm van geweld. Dat beschadigde kind draag ik nog steeds in me.”