Gebakken, gekookt of lekker sjiek ‘gepocheerd’. Een ei kennen we allemaal en het komt van de kip – juist. Maar wát eet je nou eigenlijk?
Ei bestaat in elk geval voor het grootste gedeelte uit eiwit.
Elke 25 uur een ei
To be clear: een vrouwtjeskip is druk. Een hen legt zo’n 300 eieren per jaar, oftewel: elke 25 uur één. Het ei begint als een klein geel balletje, de dooier. In een mum van tijd komt om de dooier een laagje eiwit en twee dunne vliesjes. Daarna komt de schaal. Dit is een onbevrucht ei.
Het zal je niet verbazen dat voor een bevrucht ei een haan nodig is. De dooier wordt dan bevrucht en vervolgens ontwikkelt het zich in de buik van de hen tot een volwaardig ei. Na 25 dagen broeden, is een kuiken het resultaat.
Donker vlekje
Zowel een bevrucht als onbevrucht ei kun je gewoon eten. Het verschil zie je eigenlijk niet, tenzij je er met een zaklamp op schijnt. Een bevrucht ei herken je aan een donker vlekje in het midden van het ei. Dit donkere vlekje zijn de eerste bloedvaatjes die uitgroeien tot een kuiken.
Kortom, wat eet je nou als je een ei eet? Eigenlijk niet veel meer dan heel veel ‘eiwit’. Krachtsporters zijn dan ook gek op eieren, want van eiwit kunnen je spieren flink groeien – mits je natuurlijk traint.