Veel ouders worstelen met de vraag waarom de avondvierdaagse altijd een snoepfestijn moet zijn. Verbied je snoep? Doseer je het? Of hoort het er gewoon bij?
Steeds vaker gaan stemmen op om hier goede afspraken over te maken.
Avondvierdaagse
In veel gemeenten begint de avondvierdaagse weer. Of zullen we zeggen: de snoepvierdaagse? Massa’s basisschoolkinderen lopen vier avonden achter elkaar vijf of tien kilometer, de broekzakken en wangen gevuld met zoetigheid.
Als je het de kinderen vraagt, dan weet je wel wat ze willen: liever snoep en chocolade dan bloemen en komkommers. Ouders gaan hier op hun eigen manier mee om. De een roept: “Het hoort erbij.” Een ander vindt: “Ik bepaal zelf wel wat ik mijn kind geef.” En sommigen zijn sowieso fel tegen snoepen. Het ‘probleem’ is dat veel snoep in combinatie met rennen, wandelen en te laat naar bed gaan bij de meeste kinderen niet zo lekker valt. Om het maar voorzichtig uit te drukken…
Beetje minderen
Steeds vaker gaan daarom stemmen op om het snoepen wat aan banden te leggen. Gemeenten spreken bijvoorbeeld af dat er bij de start en finish geen snoep, koek of ijs verkocht mag worden. Op sommige plekken trakteert de lokale supermarkt op fruit en water of staan lokale boeren met zuivelproducten bij de stop.
Ook roepen heel wat scholen in nieuwsbrieven op om niet te veel snoep mee te geven. Specifieke aandacht wordt gevraagd voor de zakdoek met halve sinaasappel en pepermuntje. Het likken en zuigen zou energie geven voor het wandelen, maar is toch vooral een enorme aanslag op het gebit.
Mocht je iets willen doen om het snoepen te beperken, dan kun je daar onderling afspraken over maken. Spreek bijvoorbeeld af dat de ouders die meelopen het snoep beheren en uitdelen. Krijg je daar in ieder geval geen gezeur over.