Jouw hartelapje, uitgescholden, buitengesloten en vernederd. Door leeftijdsgenoten. “Voor het eerst in mijn leven was ik in staat om een ander mens – een kind, godbetert – fysiek iets aan te doen.”
‘Het is klein, dik, rood en het kan niet hink-stap-springen.’ Het was in de brugklas een van de favoriete raadsels van de coole kinderen, en het ging over mij. Nou wás ik klein, dik – nou ja, meer mollig – en rood, en kon ik niet hink-stap-springen, maar dat klasgenoten in wier ogen ik gaaf en kundig wilde zijn dat hardop zeiden, en me op deze manier voor lul zetten, deed zeer.