Nog zomervakantie, is het Hollands hondenweer. Dus ga je knutselen met je kinderen – wat in de praktijk niet langer dan vijf minuten duurt – en altijd resulteert in een tafel vol glitters, lijm en stiftstrepen.
En uiteindelijk zit jij in je eentje het knutselproject af te werken, omdat… ja, waarom eigenlijk?
Schort voor, en gáán
“Nee schat, niet kleuren op de tafel. Nee, ook niet op de muur. Voorzichtig met die glitters. VOORZICHTIG zei ik toch.”
Let je nogal op je spullen? Je goed recht, maar pak dan een oud tafelkleed, doe je jongsten een schort voor en trek ze überhaupt hun oude kloffie aan. Echt, je kleuter vindt het knutselen ook veel leuker wanneer hij of zij gewoon lekker mag experimenteren.
Maak het niet te moeilijk
Wie verliest zijn concentratie niet na het zien van een bouwpakket inclusief lange instructielijst? Jij begint zelf vaak ook met goede moed aan een Ikea-kast, om na een kwartier de inbussleutel door de kamer te smijten.
Houd het makkelijk. Pak een rol oud behangpapier en omtrek het lichaam van je kind met potlood. Kunnen ze daarna zichzelf inkleuren, hartstikke leuk.
Laat het los
“Nee Bradley, een raket heeft geen dak. En een gouden raket met zwarte stippen bestaat al helemaal niet. Laat mij het maar doen. Kijk, zo moet het.”
Leuk, een raket in elkaar flansen met lege wc-rolletjes. Maar kap je kleuter niet af wanneer die van hem meer lijkt op de oude wilgenboom uit de tuin van de buren, dan op een spaceshuttle. Gooi die perfectie overboord, en laat ze lekker kliederen.
Gebruik humor
“Niet met je handen eten. Smeer nou niet zo. Spelen doe je met lego, niet met je eten.”
Nou, mooi wel dus. Maak aardappelmannetjes, een macaroni-ketting of stop erwten in een lege kartonnen verpakking en maak je eigen sambaballen. Welk kind loopt er weg van de tafel, wanneer het eindelijk met eten mag spelen?
Zoek samen naar ideeën
Zodra iets móet, is het niet meer leuk. Zoek dan ook samen naar ideeën en vraag wat je kind het liefst wil maken. Het ene kind heeft behoefte aan een knutselvoorbeeld, de ander wil graag zijn eigen gang gaan.
Zorg ook altijd dat er genoeg én divers materiaal voor handen is: niet alleen vouwblaadjes en stiften. Liever vouwblaadjes, lege verpakkingen, glitters, stickers, stiften, oude kurken en ga zo door.
Ook lekker verantwoord: bedenk samen een taakje. Zo kun je zelfs met een stickervel educatief bezig zijn. Teken een groot raamwerk met verschillende vakken en vormen. Kleine vakjes voor de kleine stickers en grote voor – jawel – de grote stickers. Tadá: een gerichte taak voor de gerichte knutselaar.
'Het scheelt een hoop geknutsel': 9 x wat vinden jullie van wel/niet trakteren
