‘Niet dat horloge’, zegt pap. Ik tracht een klok om de pols van mam te leggen maar het bandje is slap. ‘Het lukt wel’, zeg ik. ‘Dat ding staat stil’, antwoordt pap. ‘Het is niet dat ze kijkt hoe laat het is, toch?’ vraag ik met een knipoog. Sinds mam dementie heeft zijn de grappen er niet minder om.
Elke dag is er een andere verpleegkundige die mam thuis bij het douchen helpt. Als die persoon later dan gepland komt of een andere naam heeft dan in het aangeleverde schema staat, is pap geïrriteerd.