In de tijd dat een slimme meid op haar toekomst was voorbereid en drank meer kapot maakte dan je lief was kon je als veertienjarige prima Shandy drinken. Daardoor ontdekte ik de wondere wereld van drank en mijn liefde voor sterk. Ik had er al vroeg van geproefd, want ik dronk als kind stiekem de suikerbodem van het jeneverglas leeg (sorry pap).
Ik merkte dat ik, in tegenstelling tot bier en wijn, na een paar wodka of whisky loepzuiver was. Daar gooide ik soms hoge ogen mee in Twentse kroegen. Tot op een dag het licht uitging. Ken je dat, dat je na een avond uit pas laat in de middag wakker wordt, je moeder je de huistelefoon geeft en je beste vriendin verwijtend vraagt hoe het gaat? Of ik nog weet dat ik op blote voeten door de stad liep?