Yannick wordt bijvoorbeeld erg bang door het virus en durft niet meer naar buiten, terwijl Maureen vooral haar uitlaatklep kwijt is.
Lees ook
Daphnes zoon wachtte jaar op speciaal onderwijs: ‘Ik huilde op mijn werk’
Lees ook
Daphnes zoon wachtte jaar op speciaal onderwijs: ‘Ik huilde op mijn werk’
Het is 14.15 uur, Angélica is, zoals elke doordeweekse dag nu, nét klaar met het huiswerk maken met haar dochter Maureen. Nu staan de huishoudelijke klussen, zoals de hond uitlaten en de afwas, op haar te wachten. “Het is best pittig nu. Het loopt allemaal wel, maar ik heb veel werk aan de begeleiding van mijn dochter. Het probleem bij kinderen met autisme is het structureren, organiseren en plannen. Dus als ik niet bij haar zit en het huiswerk samen met haar maak, doet ze niks.”
En dan heeft ze ook nog zoon Yannick, die is gediagnosticeerd met asperger. Dat betekent in zijn geval dat hij heel slim is, maar een aantal vaardigheden mist om goed mee te kunnen draaien op school. Hij kan niet goed plannen en organiseren en het overzicht houden. Daarin heeft hij veel sturing nodig. “Hij is heel slim, kan VWO doen, maar omdat hij deze competenties mist, lukt dat niet.”
Daarom gaat hij al een tijdje niet meer naar school, maar wel drie dagen per week naar de Digibende. Dat is een dagopvang voor kinderen die onvoldoende uitdaging ervaren op school en die vinden in technologie, vormgeving of ICT. Maar toen het virus Nederland aandeed, wilde Yannick hier niet meer naartoe. “Hij was bang en voelde zich heel verantwoordelijk. Want hij wilde zelf niet ziek worden, maar vooral ook zijn familie niet besmetten. Ik kreeg hem daar met geen mogelijkheid meer heen.”
Tussen het huiswerk van Maureen door, probeert Angélica te zorgen dat Yannick ook nog werkt. Hij heeft sinds kort namelijk digitale lessen van de Digibende. Ook moet ze hem elke pauze herinneren om te eten en te drinken, want anders doet hij dat niet. “Dat voelen ze allebei niet.”
Lees ook
Zo is het om te leven met autisme: ‘Mijn leven hangt aan elkaar van gedragsregels’
Yannick wilde het huis niet meer uit, bleef het liefst de hele dag in bed of achter de computer. Zoveel zorgen maakte hij zich, over zichzelf en over zijn familie. Hij wilde aan het begin van de crisis absoluut niet meer naar buiten en was ervan overtuigd dat het ook echt niet kon. Inmiddels gaat hij af en toe een blokje om met de hond. “De feiten helpen hem heel veel. Hij is echt een overdenker. Dus: wat is dit virus dan en hoe kan je het overdragen? Hoe kan je voorkomen dat je ziek wordt? Hoe kan het dat sommige mensen het wel en anderen het niet krijgen?”
Daar waren ze een paar dagen zoet mee. “Je bent er toch wel even mee bezig om hem te overtuigen en in te laten zien dat niet iedereen er zo ziek van wordt. Wij kunnen over de informatie heen stappen, maar bij hem gaat dat niet. Bij hem is het gevoel allesoverheersend. Hij piekert en ligt de hele nacht wakker.”
Bij Maureen zit het net weer anders. Bij haar is de autisme spectrumstoornis 1,5 jaar geleden gediagnosticeerd. Zij is eigenlijk niet zo met het virus bezig, omdat ze al een tijdje thuis zit van school. “Voor haar is het juist een uitgelezen kans: alles wordt nu digitaal aangeboden.”
Wat ze wel heel vervelend vindt, is dat ze niet kan paardrijden en niet naar haar paarden toe kan. “De enige uitlaatklep die ze heeft, is nu afgenomen. Ze kan haar energie niet kwijt en mist haar dieren heel erg.”
Lees ook
24 uur per dag voor je gehandicapte kind zorgen: ‘Ontspannen doen we eigenlijk nooit’
Ondanks dat Angélica door het virus nu erg aan het ‘multi-, multi-, multitasken’ is, ziet de moeder het rooskleurig in. “Ik heb nog niet al mijn kastjes kunnen uitsoppen, maar ik heb dat er graag voor over als dat betekent dat mijn kinderen hier goed doorheen komen en lekker in hun vel zitten. Ze zijn nu vrolijk en doen hun werk goed, dat is mijn beloning. Daar word ik gelukkig van.”