‘Cheers’

Producer Puck: ‘Ik denk dat mijn reden wel makkelijk te achterhalen is: omdat je ’s avonds gewoon niet zoveel kunt doen. Afgezien van wandelen, tv-kijken of dus drinken. Ook omdat je de hele dag in dezelfde ruimte bent en misschien ook omdat je je nuchtere taken al overdag kan doen.’

Redacteur Anneloes: ‘Ik heb oprecht het gevoel dat het iedere dag weekend is. Het is zo rustig op straat, er gebeurt niks en de zon schijnt nu lekker. Daarnaast kan ik nu toch niets anders sociaals doen, dus dan neem ik het er maar van. Die gedachte is er al helemaal na een dag werken zonder strakke deadlines. Dan heb ik de hele dag mijn concentratieboog van drie minuten getraind en heb ik het gevoel dat ik het biertje echt ‘verdien’.’

Product owner Jip: ‘Ik werk de hele dag in de zon. Daarnaast probeer ik van deze quarantainetijd toch iets gezelligs te maken. Ik denk ook dat je thuis automatisch meer drinkt, omdat je makkelijker bijschenkt dan in een restaurant. Plus, normaal ben ik rond een uur of zeven thuis. Nu zijn de avonden veel langer, dus dan kook ik ook wat uitgebreider en vind ik het lekkerder om daar een wijntje bij te nemen.’

Lees ook
Wat nou, zuipschuiten: 41 procent van de Nederlanders drinkt één glas alcohol per dag, of niets

Redacteur Stijn: ‘De rode wijn-voorraad bij m’n ouders waar ik in quarantaine zit, is niet veilig. Vorige week was het best intens voor mijn doen. Toen dronk ik twee glazen rode wijn op maandagavond, omdat het voelde als weekend. De rest van de week dronk ik wel iedere dag één glas.’

Eindredacteur Kim: ‘Ik denk dat het komt door dat goddelijke weer. Dan is een gin-tonic tijdens een zonnige borrel zo gemaakt. En nodig, na een killing watergevecht met mijn kinderen in de tuin. En een glas wijn bij het avondeten buiten smaakt nu ook zó veel lekkerder. Maar eerlijk: ik leg mezelf nu gewoon meer in de watten. En ik ben in mijn omgeving lang niet de enige. Hoe houd je het anders leuk als je al weken geen minuut meer voor jezelf hebt in huis?’

(Eind)redacteur Marloes: ‘Ik drink sinds de thuiszit-ellende bijna elke avond een glas rode wijn. Het smaakt zo lekker bij het flinke blok kaas dat ik kocht bij de lokale kaasboer bij mij in de buurt, waar ik nu verslaafd aan ben. Ik steun er een kleine, lokale ondernemer mee, zeg ik dan maar tegen mezelf wanneer ik (inmiddels bijna elke avond) zo’n mini-borrelplank voor mezelf in elkaar flans en de fles opentrek. Elke dag voelt bovendien als een weekenddag, niet waar?’

Lees ook
Zonder alcohol, maar mét smaak: 5 x de beste wijnen zonder promillage

Stagiair Lieuwkje: ‘Tijdens deze coronacrisis trek ik vaak met mijn drie huisgenoten wel een fles witte wijn open, maar als die op is, zijn soms de verloren bierblikjes aan de beurt. Ik drink niet omdat ik per se alcohol nodig heb, maar omdat ik het associeer met gezelligheid. Ik heb het idee dat als ik aan het einde van de dag een wijntje inschenk, ik even in een andere bubbel zit.’

Redacteur Ellen: ‘Ik drink normaal gesproken thuis amper iets waar een percentage op staat, maar ik merk dat ik de laatste weken nét iets sneller geneigd ben een koud biertje te pakken bij het avondeten. Ik ben er scherp op dat ik niet elke dag een halve fles wijn naar binnen nek, maar ik moet zeggen dat er nu altijd wel een Verdejo koud staat. En een fles tonic, voor bij de gin. Die gaat open als het écht een rotdag is.’

Adjuct-hoofdredacteur Marije: ‘Hier in Amsterdam staat er tegenwoordig een rij voor de glasbak. Nu heb ik heel kort even overwogen om mijn lege flessen in etappes weg te brengen zodat het niet te veel opvalt. Maar hé, iedereen ligt nu aan een klein alcoholinfuus, dus fuck it.’

Lees ook
Monique maakt eigen wijn: ‘Als je alcoholvrij wil, kun je beter cola drinken’

Redacteur Emma: ‘Mijn goede voornemens die ik had – sporten, hot summer body en minimaal drinken – lijken als sneeuw voor de zon te zijn verdwenen. Om toch op een andere manier van het lekkere weer en deze quarantaine te genieten – die voor mij eerder als vakantie dan als straf voelt – ruk ik doordeweeks na het werk de eerste fles rosé open. Ik kom aan alsof m’n leven ervan af hangt, maar dat vind ik niet erg. Die hot summer body had ik al lang aan de wilgen gehangen.’

Proost!