Pisnicht. Met dat woord veroorzaakte Youp van ’t Hek eind 2017 ophef in een column in ‘NRC’. Televisiemaker Nicolaas Veul schreef er destijds een scherpe tegenreactie op.
En nu is er een documentaire van zijn hand met de titel Pisnicht: The Movie.
Pisnicht. Met dat woord veroorzaakte Youp van ’t Hek eind 2017 ophef in een column in ‘NRC’. Televisiemaker Nicolaas Veul schreef er destijds een scherpe tegenreactie op.
En nu is er een documentaire van zijn hand met de titel Pisnicht: The Movie.
Youp was “absoluut de aanleiding” voor de film, vertelt Nicolaas (35) als we hem bellen. “Toen hij dat woord gebruikte in zijn column ging er een lampje bij me branden. Tot dan had ik dit soort uitingen – homo, watje, flikker – altijd van me af laten glijden. Nu dacht ik: wauw, Youp schrijft dit gewoon in een kwaliteitskrant. Het is blijkbaar zó normaal om dit te zeggen. Waarom is dat, als we dat over bijvoorbeeld joodse of zwarte mensen nooit op zouden schrijven?”
Lees ook
Columnist Nicolaas Veul haalt uit naar Youp: ‘Schelden met homo? Het is mooi geweest’
“Laat ik voorop stellen: ik kan heus wel tegen een stootje. Maar als je jong bent, hebben woorden impact. Voor een tiener die in de kast zit en dit hoort, heeft dat consequenties. Die denkt: zie je wel, ik ben raar, anders. Ik ben niet mannelijk genoeg.” En het gevolg kan zijn dat het niet bij één opmerking blijft. “Een vooraanstaand iemand als Youp plaveit zo de weg voor anderen om dit ook te zeggen. ‘Hij doet het ook, dus het zal wel kunnen.’ Dat argument hoorde ik vaak terug.”
Humor moet óók kunnen, benadrukt Nicolaas. “Ik ben niet de grappenpolitie. Natuurlijk mag je heus wel eens grof zijn. Dat wilde ik ook laten zien met de trailer van Pisnicht: The Movie.” Voor die video, hieronder te zien, werd een fictief fragment uit De Slimste Mens opgenomen. “Ik wilde de rollen een keer omdraaien. Nu gaat de grap over de mensen met homofobe gedachtes, in plaats van de homo’s zelf. Het gaat bovendien niet om één grap, maar om de optelsom, de cultuur waarin ‘homo’ roepen normaal is. Als we woorden als ‘pisnicht’ normaal blijven vinden, wordt die cultuur in stand gehouden.”
Nicolaas denkt niet dat iedereen die homofobe dingen zegt ook per se homofoob ís. “Men zegt vaak makkelijk: ‘Joh, ik bedoel er toch niets mee.’ Dat geloof ik ook wel, maar die woorden hebben wél betekenis. Vaak wordt het woord negatief gebruikt: als iemand vrouwelijk loopt, zijn bier niet opdrinkt. Als homoseksuele man ben je een grap, een stereotype, of zelfs vies.”
Als jij zelf écht niks bedoelt met een dergelijke uitspraak, wil dat bovendien niet zeggen dat de mensen om je heen net zo tolerant zijn. “Voor deze documentaire ging ik de straat op om te vragen of mensen homo zijn. Veel mensen gaan op hun achterste poten staan. Sommigen lachen, anderen zeiden dat ze me op mijn bek wilden slaan. Eén iemand haalde zijn kind erbij: ‘Jij wordt nooit homo toch?’ ‘Nee papa’, zei hij braaf.” Voor Nicolaas is het ’t ultieme bewijs: “Men ‘bedoelt er niets mee’, maar is wel beledigd als je hén homo noemt. Dat is ook het beeld waar kinderen mee opgroeien.”
Zelf groeide Nicolaas op in Loenen aan de Vecht. “Ik was daar de enige homo”, vertelt hij. Voor de film ging hij in gesprek met zijn eigen vader. “Hij was een echte kerel, een sportman. Ik was dat niet. En hij dacht: kom op, sporten! Ik was anders, dat vond ik zelf moeilijk. In mij nestelde al heel vroeg het idee dat ik anders was. Geen macho, en daardoor geen ‘goede’ man.” Het gesprek met zijn vader was emotioneel. “Voor het eerst zag ik in dat mijn vader op zijn manier heel erg zijn best had gedaan. Wist hij veel hoe hij hier mee om moest gaan. Daarom zijn dit soort gesprekken belangrijk.”
Nicolaas ging ook op bezoek in voetbalkleedkamers en ontwaarde een tweedeling in teams. “Ze noemen elkaar allemaal ‘homo’ – als je niet scoort, slecht speelt, te laat komt. De ene helft bedoelt er niets mee, de andere helft heeft wel degelijk moeite met homo’s. Als er een in het team zat, zouden ze niet met hem willen douchen. Daar schrok die ene helft van: dat die ideeën in het team bestonden. Dat is in het klein wat ik hoop dat er in maatschappij ook gebeurt: dat men zich realiseert dat die homofobie er écht nog is.”
De voor de hand liggende vraag is natuurlijk of Youp ook aan het woord komt in Pisnicht: The Movie. “Ik heb hem benaderd. ‘Alles is er al over gezegd’, zei hij. Na mijn column noemde hij me een zeikwijf en zei hij dat-ie me net zo goed ‘poot’ of ‘flikker’ had kunnen noemen in plaats van ‘pisnicht’. Dat nam hij niet terug. Het is jammer dat hij dat soort dingen wel wil blijven roepen, maar niet het gesprek aangaat.”
Lees ook
Valentijn de Hingh bezocht Indiase gemeenschap die noch man noch vrouw is
Dat gesprek is namelijk juist nodig, vindt Nicolaas. “Dat is wat ik met deze film probeer te doen: terug praten in plaats van meelachen als er een homograp wordt gemaakt.” Wie van mening is dat hij mensen het vrije woord af wil nemen, voorziet hij van stevige repliek. “Dat de minderheden nu hun kant van het verhaal kunnen doen, dat is een óde aan het vrije woord.”
Pisnicht: The Movie wordt vanavond om 21.00 uur uitgezonden op NPO 3.