Bijna de helft van de vrouwen vindt dat de vader genoeg doet in de opvoeding, blijkt uit een enquête van LINDA.nl waar ruim 1200 vrouwen aan meededen.
35 procent antwoordt dat de vader niet genoeg bijdraagt. De rest (16 procent) antwoordt neutraal.
Bijna de helft van de vrouwen vindt dat de vader genoeg doet in de opvoeding, blijkt uit een enquête van LINDA.nl waar ruim 1200 vrouwen aan meededen.
35 procent antwoordt dat de vader niet genoeg bijdraagt. De rest (16 procent) antwoordt neutraal.
Wie van de twee doet het meest? Moeder, antwoordt ruim 64 procent van de respondenten. 27 procent zegt dat de taken gelijk zijn verdeeld. Van de ruim 1200 reacties antwoorden zeventien vrouwen dat de vader het meest doet.
Een greep uit de toelichtingen:
“Ik vind het fijn dat we taken verdelen, maar mijn man vindt dat hij meer doet dan andere mannen en ik dat niet genoeg waardeer. Ik denk dus dat hij eigenlijk minder zou willen doen...”
“Wij zijn van mening dat je samen kiest voor het ouderschap en dus ook samen de verantwoordelijkheden daarvoor neemt.”
“De keren dat hij een luier heeft verschoond zijn op één hand te tellen. Hij heeft nog nooit de kinderen naar school gebracht of gehaald. Soms kunnen er drie dagen voorbij gaan zonder dat hij de kinderen ziet.”
“Ik vind het meer dan prima en fair zo. We werken allebei, dus we zorgen ook allebei voor hem. Gaat supergoed.”
“Vind het wel eens frustrerend als hij rommel niet ziet, of nog te vouwen wasgoed. Hij laat dat lekker staan.”
“De taakverdeling sluipt er in. Nu doe ik het liefst ook alles zelf: plannen maken, beslissingen nemen. Hij kiest zelf of hij wel of niet mee doet. In de meeste gevallen wel, maar zo niet, dan is het zijn verlies en hebben wij toch wel een leuke dag.”
Lees ook
Roosmarijn Koster wil haar baby genderneutraal opvoeden
Het grootste deel (37,6 procent) van de moeders vindt hem ‘meestal wel’ een goede vader. Een kwart vindt dat hij het ‘altijd’ goed doet. Dat zien we terug in de cijfers: een kwart geeft de vader van haar kinderen een 9.
“Hij staat altijd klaar voor onze zoon. We doen de opvoeding echt volledig samen. Dit vergt best wat van hem aangezien onze zoon een handicap heeft. We werken allebei parttime, zodat we geen opvang nodig hebben naast school. Heel bijzonder!”
“Door deze man wilde ik juist kinderen.”
“Hij is er altijd voor de meiden. Stoeit met ze. Sport met ze. En de dames hebben hem om hun vinger gewonden. Ze hebben veel lol met elkaar. Met name om taalgrapjes.”
Ook onvoldoendes worden redelijk grif uitgedeeld: ruim 20 procent geeft hem een 5 of lager.
“Hij heeft totaal nooit iets ondernomen om een aandeel te hebben in de opvoeding. Als hij erop werd aangesproken (door mij of onze dochter) was het nooit zijn schuld.”
“Prima, ik ben blij dat de kindjes blij zijn in mijn buurt. We hebben een heel goede band en veel plezier samen. Hij plaatst zich erbuiten, zijn verlies.”
“Ik sta er meestal alleen voor. Hij heeft zich veel minder met de kinderen en de opvoeding bemoeid dan ik gehoopt had voor ik ze kreeg.”
Het ouderschap verandert de relatie in veel gevallen. 27 procent antwoordt dat die ‘veel slechter’ of ‘iets slechter’ (21 procent) is geworden. Maar 22 procent zegt dat de relatie juist beter is geworden. 3 procent vindt de relatie zelfs ‘veel beter’ sinds ze ouders zijn.
“We hebben echt wel wat diepe dalen gekend, maar zijn daar beter uitgekomen. Maar zelfs tijdens een dal heb ik nooit getwijfeld aan het vaderschap van mijn partner.”
“Wij hadden nog geen relatie toen ik zwanger werd van onze dochter, verre van zelfs. Ik heb er toen toch bewust voor gekozen om het te houden. Nu een paar jaar verder zijn we een gelukkig gezin en nog steeds verliefd. Ik heb absoluut geen spijt en had dit met niemand anders willen doen.”
Een groot deel (27 procent) antwoordt dat de relatie hetzelfde is gebleven.
Lees ook
Jaimie Vaes (30): ‘Moeder worden heb ik behoorlijk onderschat’
Veruit de meeste vrouwen (62 procent) hebben nooit spijt met wie ze kinderen hebben gekregen en 11 procent bijna nooit.
“Heel af en toe heb je weleens zo’n dag, dat je denkt: zouden wij nog samen zijn als we géén kind hadden?!”
Dat geldt niet voor iedereen: 181 vrouwen (14,6 procent) hebben soms wel spijt en 161 vrouwen ‘altijd’ of ‘vaak’.
“Spijt van mijn kind heb ik nooit. Weliswaar fantaseer ik van een vader die wel volledig betrokken zou zijn.”
“De discussies en ruzies gaan vaak over de kinderen en opvoeding. En hoe ouder ze worden, hoe meer irritatie er tussen ons is. Eerlijk? Als ik alles van tevoren had geweten had ik geen kinderen met hem genomen.”
“Soms is hij echt onuitstaanbaar. Helemaal in de babyperiode van de slapeloze nachten is hij chagrijnig en eerder moe dan ik. Ik probeer er altijd iets positiefs van te maken, hij niet.”
“Iedereen heeft wel eens twijfels, toch?”
Een flink deel (42 procent) van de moeders is niet meer samen met de man met wie ze kinderen kreeg.
“De verdeling is 75% om 25% en dat is prima. Bij mij krijgen ze de basis mee, regelmaat. Bij papa mag meer. Voor nu werkt dit. Als de kinderen groter worden, zullen we zien wat dan werkt.”
“De taakverdeling ging na onze scheiding van fulltime moeder naar 50/50. Dat was in het begin erg wennen. Alsof je arm en je been er af en toe niet zijn.”
“Als (ex-)partner valt een hoop over hem te zeggen, maar voor mijn kinderen vind ik het ontzettend fijn dat hij wel een echte vader is! Hij neemt zijn verantwoordelijkheden.”
Lees ook
Opvoeden in quarantainetijd: ‘Het is één grote zoektocht’
Enquêtecijfers
Ruim 1200 vrouwen vulden onze vragenlijst in. 549 vrouwen hebben twee (bonus)kinderen, 424 één kind en 264 drie of meer. 69 procent werkt parttime, 22 procent fulltime en 9 procent heeft geen betaalde baan. 58 procent van de deelnemers is samen met de vader van haar kind(eren), 42 procent niet (meer).