Mandy (39) kreeg na haar scheiding een relatie met een oude schoolvriend. ‘Het begon met seks. Ik wilde weten of ik nog aantrekkelijk was, of ik het nog kon.’
“Vrijen maakt me onzeker en blij.”
Mandy (39) kreeg na haar scheiding een relatie met een oude schoolvriend. ‘Het begon met seks. Ik wilde weten of ik nog aantrekkelijk was, of ik het nog kon.’
“Vrijen maakt me onzeker en blij.”
“Ik strek mijn benen, leg mijn lelijke voeten in zijn schoot en probeer me te ontspannen. Hij heeft een appartement vlak bij het strand, meeuwen krijsen rondom onze hoofden. Het is een daad, die lelijke voeten in zijn schoot leggen. Een daad waarvan hij de volle betekenis niet begrijpt, maar dat hoeft ook niet.”
“Het heeft iets te maken met overgave aan deze nog in veel opzichten onbekende man. Een jeugdliefde kun je hem nauwelijks noemen. Ik ken hem van school en heb hem opnieuw ontmoet op een reünie, maar vroeger hebben we nooit wat gehad.
“Het begon met seks. Ik wilde weten of ik nog aantrekkelijk was, of ik het nog kon, vrijen. Of seks en liefde nog tot mijn mogelijkheden behoorden. Zeven maanden zijn we nu samen. Het is mooi, opzienbarend, verrassend om na al die jaren weer te vrijen. Het is vreemd ook, en aangrijpend. Het maakt me onzeker en blij, en al het andere waarvoor geen woorden zijn.”
“Ik zit in mijn witte broek, het witte T-shirt, de blote voeten. Ik houd nu al van dit moment samen, zo anders dan de momenten die ik ooit met mijn man gehad heb. Ik kijk naar hem, de stoere man in die stoel. Kaal, groot, relaxed..”
“Mijn man droeg een pak en samen met hem woonde ik in een mooi huis. Ik heb nooit iets met status gehad. Het geld kon me niets schelen. Toen hij ontslagen werd, wilde ik het door de vingers zien. En de hoeren waren verschrikkelijk, maar wat me echt verlamde was zijn desinteresse in mij.”
“Veertien jaar ben ik getrouwd geweest, de laatste drie jaar heeft hij me niet meer aangeraakt. Mijn man zag mij niet. Hij zag andere vrouwen, in overvloed zelfs. Hij was verslaafd aan ze, hij bezocht elke dag een andere prostituee, en als er echt niks voorhanden was, vergreep hij zich aan het internet.”
“Ik probeerde hem terug te winnen. Ik herinner me hoe ik drie weken na de bevalling alweer openstond voor seks, als wanhopige poging tot contact. Ik was nog helemaal rauw vanonder. Welke vrouw doet dat? Hij weigerde. ‘Nee, ik voel niets bij je. Sorry.’”
“Ik ga een beetje verzitten, mijn hielen balanceren op zijn dijen. Hij legt zijn grote, warme handen om mijn zolen. Mijn voeten zijn mannenvoeten, grof en hoekig. Alleen op hete zomerdagen wil ik nog weleens teenslippers dragen, de rest van het jaar verstop ik ze in kousen en laarzen en schoenen.”
“Het voelt als een overwinning, die voeten op zijn benen. Hij doet niets anders dan ze vasthouden. Maar alleen dat simpele gebaar van die handen om mijn voeten, die rust, het vertrouwde ervan, ontroert me extreem. En dan kust hij ze. Hij buigt zich voorover en kust mijn voeten. Niet om me op mijn gemak te stellen, zelfs niet om indruk te maken, nee, hij kust ze omdat hij mijn voeten wil kussen. Hij is zich maar half bewust van de troost die dat me geeft.”
“Het duurt niet lang, eigenlijk is het niet meer dan zijn lippen op mijn wreef. Daarna kijkt hij alleen maar. Niet broeierig, maar onbevangen, alsof wat hij zojuist deed vanzelfsprekend is. Tranen springen in mijn ogen. Het lukt me ineens niet meer te blijven zitten. Ik schuif mijn stoel naar achteren, kus hem op zijn mond, hij mag mijn ontroering niet zien. Niet nu, niet op dit moment op dit terras.”
“Voor je het weet krijgt weemoed de overhand, maar deze nieuwe relatie is niet treurig. Ik wil niet dat ons samenzijn iets verdrietigs krijgt door een erfenis. Ik moet de controle hernemen, ik wil het initiatief niet uit handen geven door in huilen uit te barsten. Niet breken in zijn armen.”
“Ik loop over het terras, naar de keuken. Ik open de koelkast om er nog een fles wijn uit te halen, met mijn gedachten nog bij de scène op het terras. En ineens staat hij achter me, zijn armen om me heen. Hij drukt zijn onderlijf tegen mijn billen, draait me naar zich toe, begint het witte T-shirt over mijn hoofd uit te trekken. Gewillig steek ik mijn armen in de lucht en even later sta ik halfnaakt tegenover hem.”
“Hij neemt genoeg tijd om me helemaal te bekijken. Ik heb genoeg gedronken om ontspannen te zijn. Al zoenend belanden we op tafel. Hij pakt mijn borsten en ik denk, verwonderd eerder dan beschaamd: hoe is het mogelijk dat ik weer kan genieten? Ik ga op mijn buik op de tafel liggen, hard en koud, maar daar heb ik geen last van. Hij streelt mijn billen, zoent me, rommelt tussen mijn benen. Hij bevredigt me met zijn mond met een enorme toewijding.”
“Veel vrouwen zouden gezegd hebben: ‘Laat me even, ik ben nu een drankje aan het inschenken.’ Maar ik vind het geweldig als hij ineens in me komt. Dat hij zo opgewonden wordt van het mij naar de zin maken, dat ik hem niet meer hoef op te warmen. Dat de ander mij net zo graag wil als ik hem. Hier. En nu.”
“Tegenwoordig praat ik er ook weer over. Nadat de eerste twee vrijpartijen tamelijk klunzig waren verlopen, heb ik het mijn vriend allemaal verteld. Nu gaat het beter. Langzaam maar zeker komt alle vrijheid weer terug. Ik zeg hem: ‘Wat je toen deed vond ik lekker’, en ik merk dat hij alles onthoudt.”
“Het is leuk om erover te praten. Dat deed ik vroeger altijd. Ik was altijd aan het evalueren. Seks was ooit vrolijk en licht en heerlijk. Want ik houd ervan, ik heb altijd van seks gehouden. Veel gedaan ook, toen ik jong was. Ik heb het zo gemist.”
Tekst Corine Koole
‘Vreemd dat je ook in bed met je minnaar, in de eerste plaats moeder blijft'Lees ook