Wederom baanbrekende televisie van VPRO-proefkonijnen Nicolaas en Tim, Humberto die zich kwetsbaar opstelt en de comeback van Ron bij het grote publiek.
Het is fijn dat de avonden eindelijk weer wat langer worden.
Wederom baanbrekende televisie van VPRO-proefkonijnen Nicolaas en Tim, Humberto die zich kwetsbaar opstelt en de comeback van Ron bij het grote publiek.
Het is fijn dat de avonden eindelijk weer wat langer worden.
Eigenlijk is Thierry Baudet en z’n zoveelste kwetsende en discriminerende uitspraak niet één letter waard. Maar omdat Humberto Tan er in zijn talkshow op zondagavond zo enorm krachtig op reageerde, haal ik het toch eventjes aan.
Want Humberto maakte het persoonlijk. Zichtbaar geraakt door de woorden van de Forum voor Democratie-voorman, waarbij hij het belachelijke statement maakte dat blanke hetero’s geen aids kunnen krijgen. Of dat die kans verwaarloosbaar is. Humberto betrok zijn eigen broer, maar ook die van Mark Rutte erbij. Overleden aan aids en nog steeds een open wond bij de tv-presentator. Het was oprecht, kwam als een mokerslag binnen en leverde in één klap een stukje televisiegeschiedenis op.
Misschien is dit het begin van een trend – of, dat hoop ik althans waarbij talkshowpresentatoren zich vaker uitspreken over hun eigen visie. Over maatschappelijke zaken, de vaccinatiestrategie of wat dan ook. Als Humberto met zijn woorden namelijk ook maar bij één Baudet-aanhanger de ogen heeft kunnen openen is dat al winst. Of op z’n minst een soort gedachtengang opgestart heeft. Ik heb er een hard hoofd in, maar ja, je moet ergens beginnen.
Over harde hoofden gesproken… ‘Oordeel niet meteen’ is de opdracht die VPRO-programmamakers Nicolaas Veul en Tim den Besten meekrijgen in hun nieuwe 100 Dagen in je Hoofd. In het programma lopen ze honderd dagen stage in een bungalowpark, maar dan een tikkeltje anders. Het gaat om het voormalige Rijkskrankzinnigengesticht in Eindhoven. Het gekkenhuis dus. De angst is bij beide heren van hun gezicht af te lezen. Vooral Tim lijkt zeven kleuren stront te schijten als-ie zich tussen de cliënten met verstandelijke beperking moet begeven. Logisch ook, want hoe ga je om met mensen die er van buiten normaal en gezond uitzien, maar mentaal hartstikke ziek zijn? Ga er maar aan staan.
Toch doen ze het moedig, alsof ze op een missie zijn. Als de jongens de patiënten uiteindelijk ontmoeten, valt hun onwennige houding direct weg en maakt deze plaats voor interesse en verbazing. Voor alles. Van het dweilen van poep en kots tot het ondervragen van een cliënt die in z’n hoofd tegen boze geesten vecht en ondertussen 32 baby’s denkt te moeten verzorgen: ze draaien hun handjes nergens voor om. En belangrijker: ze lopen niet weg voor de harde realiteit.
Tim en Nicolaas maken hiermee vernieuwende televisie. Ze geven mensen die we nooit zien of horen eindelijk een gezicht. Ze bestaan. Types die ver buiten de maatschappij staan, krijgen in 100 Dagen in je Hoofd de kans om hún levens met de buitenwereld te delen. En wat blijkt? De vele verhalen en problemen staan helemaal niet zo enorm ver van ons allemaal verwijderd als je misschien zelf zou denken. Confronterend voor Nicolaas en Tim, maar óók voor de kijker. En dat vind ik een stuk betere boodschap dan die de heer Baudet ons op de mouw probeert te spelden.
En van iets op je mouw spelden is het een kleine stap naar The Masked Singer. Nadat Anita Witzier in de première vorige week werd ontmaskerd als De Zwaan, was het in aflevering twee de beurt aan vijf nieuwe kandidaten, waaronder óók De Viking. Vrijwel direct te herkennen aan ’t iconische stemgeluid van Ron Brandsteder.
Het blijft een beetje tenenkrommende televisie: panelleden die tot sint juttemis blijven volhouden het niet zeker te weten. Dat Buddy Vedder tot het laatst bleef roepen dat Lee Towers in het vikingpak moest zitten, stond waarschijnlijk in het script. Geeft dat? Natuurlijk niet. Want met Twitter erbij speel ik als kijker het spelletje net zo hard mee, je wéét het tenslotte nooit zeker.
In dit geval vond ik de uitslag overigens toch een anticlimax. Niet omdat het Ron was, want dat dacht ik al, maar juist omdat het DE Ron was. M’n grote tv-voorbeeld van vroeger, samen met Henny Huisman en André van Duin. In zo’n pak op 71-jarige leeftijd. M’n jeugdhelden die inmiddels een carnavalsact geworden zijn. Toch een dingetje.
Al vraag ik me vooral af of dat komt omdat ze zo oud geworden zijn, of omdat het aangeeft dat ik zélf ook niet meer de jongste ben. Ik houd het maar op een combinatie van de twee. En blijf het maar positief benaderen: ondanks alles voelen ze zich nergens te goed voor. En laten we eerlijk zijn: nog één keer een gigantisch miljoenenpubliek bereiken, dat gun ik Ron Brandsteder als geen ander.
De Dansmarathon: 'Als er meer blarenpleisters dan kijkers zijn, heb je als tv-maker écht wel een probleem'Lees ook