‘Wonderwall’ van Oasis: ik kan het niet meer horen. Met dank aan huisgenoot Olaf, die de plaat grijsdraaide in ons studentenhuis. Vier jaar lang leefde ik samen met een zestal (corps)ballen. Naast slechte muziek waren ongewenste intimiteiten schering en inslag. Met één schaamteloze praktijk als bijzonder hoogtepunt.
Het lullo-gedrag van mijn medebewoners accepteerde ik gelaten. Ik had al een jaar aan de universiteit verprutst, dus ik liet de slemppartijen van de jongens aan me voorbijgaan. De enige met wie ik het gezellig had, was Jesper, een rustige Deen. Terwijl de rest van de huisgenoten de kroegen afschuimde en bezopen door sleutelgaten piste, rookten wij vaak samen een joint.