Plaatsvervangende schaamte voel ik redelijk snel. Een nutteloos iets, aangezien het om (gedrag van) een ander gaat. Als een acteur op het toneel z’n tekst kwijt is, krijg ik, op rij acht, al rode wangen. Mijn maag draait wanneer een man door z’n echtgenote in een overvolle treincoupé uitgekafferd wordt. En ik zak pas echt door de grond bij fanatiek graaiende mensen tijdens een opheffingsuitverkoop.
Mijn ex zei ooit: “Je bent een dief van je eigen portemonnee als je niet naar de Doldwaze Dagen gaat.” Ik ben toen toch maar een keer gaan kijken. Ik zag doorgaans beschaafde Bijenkorf-mensen met vlekken in hun nek in bakken grissen. Ik kan niet tegen een grote massa en bevries bij een immens aanbod aan spullen. Dus sales, dwaze dagen en opheffingsuitverkoop; ik mijd het als de pest. Geen 1+1 gratis-aanbieding is aanlokkelijk genoeg voor mij om een blokje voor om te fietsen, laat staan eerder voor uit mijn bed te komen. Dat is luxe. Ik weet het.