De wc in de gang is het lachertje van het huis. Het is piepklein, nauwelijks groter dan een hoekkast, zonder raam en weggestopt onder de trap. Mijn grootste vriend Hans ( 1.95 m) ging tijdens de housewarming demonstratief op de pot zitten, met de deur open. ‘Ik kan dus bij jou niet meer schijten’, concludeerde hij, terwijl hij naar z’n knieën wees die ruim voorbij de drempel staken.
Hoewel ik claustrofobisch ben heb ik daar, op een propvolle lift na, nauwelijks aanleiding toe gehad. Vorige week werd mijn grootste angst brute waarheid. Nadat ik ’s ochtends de hond had uitgelaten, deed ik de achterdeur open. Het huis was nog heet van de juni-hittegolf. Ik wilde koffiezetten, maar moest eerst plassen. In de haast trok ik niet alleen de wc-deur dicht, ik had ook de deurklink aan de binnenkant eruit getrokken. Mijn telefoon lag buiten.