‘Dan weet jij vast wel een leuke tent om te eten,’ zegt mijn team, ‘dit is voor jou tenslotte een thuiswedstrijd!’ We dwalen over het marktplein. Ik ken het er op mijn duimpje. Elke straatsteen, geheime plekjes, de lekkerste ijstenten. Groningen is de stad waar ik geboren ben, waar ik voor het eerst met een jongen zoende, waar ik op kamers ging, waar mijn gympen het bier opzogen in De Blauwe Engel, natuurlijk wist ik een plek om te eten!
De eerste voorstelling, sinds de theaters weer open zijn, speel ik in mijn oude thuisstad. De stad die ik achterliet om actrice te worden. Vanavond zouden er een hoop bekenden zitten. Mijn jeugdvriendin, mijn oude lerares Frans, de oude buurvrouw. Tot mijn verbazing ontving ik een appje: “Mama en ik zijn er ook.”