Soms zitten er te weinig uren in een dag – vooral als ik om zeven uur ’s avonds nog een flink essay moest schrijven. Tot verbazing van de getuigen had ik maar één oplossing voor verlammende studiestress.
Koken.
Soms zitten er te weinig uren in een dag – vooral als ik om zeven uur ’s avonds nog een flink essay moest schrijven. Tot verbazing van de getuigen had ik maar één oplossing voor verlammende studiestress.
Koken.
En dan niet een halve aardappel, maar soep van een hele kip – die van Alison Roman, mét dumplings – of melanzane, inclusief zelfgemaakte tomatensaus.
Nog schud ik gepieker en deadline-euvel het beste van me af door een mes door een sjalotje of bergje basilicumblaadjes te laten gaan. Het is dan net alsof iemand de volumeknop in mijn piekerende brein omlaag draait en vervangt met het gezellige gesis van smeltende ansjovis in een pan.
Ja, er blijft minder tijd over voor werk, maar na een kookfestijn is alles altijd een stuk sneller klaar. En hoewel asperges met misoboter en pompoentaart lekker zijn, gaat het om het gefröbel – het gevoel dat iets wél lukt.
Woensdag sprak ik ondernemer Maarten van den Biggelaar over zijn boek Kook!. Hij wil mensen motiveren om ook iedere avond met pollepel en citruspers in de weer te gaan. Juist als je hoofd overloopt. De ‘kook flow’ biedt net zoveel ontspanning als de populaire mediatieapp Headspace, zegt hij. En je hoeft niet om zes uur ’s ochtends in de kleermakerszit te zitten.
Een goede reden om die maaltijdbezorger aan je huis voorbij te laten gaan.
Terwijl ik zijn woorden opschrijf, realiseer ik dat ik helaas ook zo’n yup ben die dit soort zelfhulp-apps op haar telefoon heeft staan. Iets aan mijn droge uitspraken en gezichtsuitdrukkingen doet de niet-inner circle denken dat ik nooit – of heel weinig – stress heb. Helaas klopt dat niet: ik ben een eersteklas zenuwpees. Wel kan ik meestal om mijn onzinnige getob lachen.
In mijn tienertijd realiseerde ik me in een meditatieklasje dat mijn hoofd ook een stille plek kon zijn. Iets wat ik als paardenmeid eerder alleen (onbewust) in het zadel door de Utrechtse bossen had ervaren. Ik nam plaats op een kussen, sloot mijn ogen en volgde de stem van een iets te serene man met een leren touwtje om zijn nek. Toen hij ons vroeg onze ogen te openen, leken er enkele seconden voorbij te zijn. Het bleken 45 minuten.
Die stilte voelt zó lekker dat het vrij logisch is dat een groot deel van de mensheid niet van de alcohol, pillen of gokmachines af kan blijven. Maar er zijn ook andere manieren.
Voor mij is dat de ‘kook flow’, schilderen met Bob Ross en – ja echt – autorijden. Ik vond het ook in de horeca, toen een gerecht uithalen, ‘bon’ roepen en een verhaal over een fles Picpoul de Pinet afsteken in één beweging leken te gaan. Anderen doen weer aan figuurzagen, hardlopen of sjaals breien.
Allemaal even prachtig.
Velen hebben iets nodig om zichzelf in het moment te trekken. Daar is in veel gevallen weinig zweverigs aan. Maarten doet dat door iedere avond een driegangendiner voor zijn gezin te bereiden. Lang tafelen leert je volgens deze kokkerellende vader óók nog discussies verliezen en winnen, ruziemaken en goed praten.
Dit laatste probeer ik tijdens etentjes juist te vermijden door iedere goedwillende bemoeial uit de keuken te jagen. Misschien moet ik toch vaker de spreekwoordelijke deur op een kiertje laten staan.
Goed voor mijn persoonlijke ontwikkeling – en die van mijn gasten.
'Onderwijs dat de eigen, beperkte visie aan kinderen oplegt: hoe eerder we het afschaffen, hoe beter'Lees ook