Mensen die vluchten voor oorlog of politieke vervolging, kunnen meestal wel op een beetje medeleven rekenen. Maar voor ‘economische vluchtelingen’ – de zogeheten gelukzoekers – trekken velen hun neus op.
Elke zin waar je het woord ‘economie’ ingooit, verliest eigenlijk vanzelf al aan emotie en menselijkheid. Dat geldt voor een cursus ‘algemene economie’ aan de LOI, maar ook als bijvoeglijk naamwoord voor een groep mensen.
Maak er iets ‘economisch’ van, en je kunt alles – onder de streep, in een excel sheet – gevoelloos afserveren. Niet kosteneffectief, of iets dergelijks. ‘Gelukzoeker’ is zo een vies woord geworden, maar het blijft het meest menselijke wat er is. De zoektocht naar een fijner leven, een stip op de horizon wíllen zien voorbij eindeloze armoede. Een kleurloos of hard bestaan ontvluchten waar je als dubbeltje zeker nooit een glimmend kwartje wordt.