Columnist Maddy Stolk (49) vertelt over haar leven na haar hersenbloeding. Deze week schrijft ze over wat ze wel en niet mag.
Mijn beste vriendin noemt mij ‘krekeltje’, naar Japie Krekel uit Pinokkio.
Columnist Maddy Stolk (49) vertelt over haar leven na haar hersenbloeding. Deze week schrijft ze over wat ze wel en niet mag.
Mijn beste vriendin noemt mij ‘krekeltje’, naar Japie Krekel uit Pinokkio.
We zijn allebei kampioen domme dingen doen, of liever gezegd: dingen doen waarvan je wéét dat het een slecht idee is, maar het dan toch doet. In de chaos die wij graag opzochten, was ik vaak de voice of reason die haar of mijzelf van de richel praatte. Over één ding waren wij het roerend eens: dingen die niet mogen, zijn veelal het leukst om te doen.
De lijst met dingen die ik nu niet meer mag, is langer dan de rij voor de incheckbalie op Schiphol in het hoogseizoen. En als het per ongeluk wél mag, heb ik er de fut niet voor, dus nu droom ik er maar over. Het moet er blijkbaar uit, dat onhebbelijke trekje van mij om het lot te tarten. Ik word vergenoegd wakker met mijn dekbed in een prop aan de ene kant van de kamer en mijn kussens aan de andere. Wilde avonturen heb ik dan beleefd, en mijn behoefte aan spanning en sensatie is bevredigd – heel even, in dat schemerdonker tussen net wakker worden en écht wakker zijn. Waarin ik vergeten ben hoe de zaken er feitelijk voor staan en mijn droom werkelijkheid leek.
Lees ook
Maddy: ‘Soms krijg je kaarten toegespeeld waarmee je alleen kan verliezen’
Ik ben nu zo braaf, zoet en keurig, dat het glazuur spontaan van mijn tanden springt. Alleen in mijn dromen dans ik nog tot het ochtendgloren. Al heb ik wel een interessante nieuwe vaardigheid ontdekt: ik kan nu drinken zonder een kater te krijgen. Die kater meldde zich vroeger meestal al tíjdens de avond. Vaker dan ik me wens te herinneren ben ik door vrienden in een taxi gehesen met een opengevouwen Albert Heijn zak op schoot, met de voor de taxichauffeur geruststellend bedoelde tekst: ‘Ze kan heel goed richten, hoor.’
Dit nieuwe kunstje breng ik graag in de praktijk, maar staat uiteraard ook op de verboden lijst. Gelukkig is niet alles veranderd: dingen die niet mogen, zijn nog steeds het leukst om te doen. En als het niet kan, dan fantaseer ik er maar over – dagdromen kan ik ook heel goed. Filosoof en psychiater Damiaan Denys noemt fantasie ‘een van onze belangrijkste capaciteiten’ omdat we ‘zonder niet kunnen overleven’. Voor mij geldt dit zeker: als mijn nieuwe bestaan me naar de keel vliegt, kan ik altijd nog vluchten in een parallel universum. Hier, in dit leven, ben ik ondertussen druk bezig mezelf opnieuw uit te vinden.
Ik heb een hoop geleerd inmiddels, over stoplichten en onzichtbare ziektes. Dat stoplicht staat bij mij en iedereen in een vergelijkbare situatie op groen als alles van een leien dakje gaat. Maar dan neem ik in mijn overmoed te veel hooi op mijn vork en gaat dat stoplicht op oranje en begin ik me onprettig te voelen. Compulsief gapen, hoofdpijn, spierkramp: het wordt steeds gezelliger. Als ik die signalen negeer, wordt het penibel. Dan gaat het stoplicht op rood en krijg ik geen voet meer voor de ander.
Lees ook
Columnist Maddy Stolk (49): ‘De duivel zit mij op de hielen’
De eerste keer dat mij deze stoplicht-theorie werd uitgelegd, werd ik er alleen maar heel erg boos van. En greep ik naar mijn favoriete wapen. In gedachten duwde ik de ergotherapeut in kwestie zonder pardon het raam uit. De psycholoog die ik verplicht moest bezoeken, diste ik een verhaal op over het ‘warme en hechte’ gezin waarin ik ben opgegroeid. Iets waarover ik met mijn vrienden naderhand dagenlang heb gelachen, vooral met degenen die vroeger bij mijn ouders over de vloer kwamen.
Mijn fantasie is de lichtsabel waarmee ik mij een weg baan door de grauwe werkelijkheid – the force is zo altijd ‘with me’. In mijn verbeelding is het leven één groot pretpark en zie ik eruit zoals rond mijn dertigste: rimpelloos en onverschrokken. Dat is geen vluchten voor de realiteit, dat is een kwestie van overleven. En waarom ook niet? Zoals mijn dochter onlangs zei: wat als we straks, helemaal aan het einde, wakker worden en blijkt dat dit allemaal een droom was? Ze heeft vast gelijk, die smurf van mij. Vast.
Zaterdag 16 november verschijnt om 17.00 uur de volgende column van Maddy Stolk op LINDA.nl.