‘Dit is echt niet normaal hoor, zegt vriendin Tina. Ze schudt met haar hoofd, terwijl ik boven de prullenmand hang omdat ik er iets in spuug. Het zijn stukjes. Ze zaten in de nieuwe yoghurt die ik heb gekocht.
Ik kan daar slecht tegen.
‘Dit is echt niet normaal hoor, zegt vriendin Tina. Ze schudt met haar hoofd, terwijl ik boven de prullenmand hang omdat ik er iets in spuug. Het zijn stukjes. Ze zaten in de nieuwe yoghurt die ik heb gekocht.
Ik kan daar slecht tegen.
Tina, die me al jaren kent, vindt dat ik me aanstel, maar ik heb wetenschappelijk bewijs dat zo’n afkeer genetisch bepaald is. Op zich ben ik een alleseter: ik lust veel en ben niet kieskeurig. Maar ik walg van sommige structuren.
Zo vind ik alles met een bananensmaak prima (een milkshake) maar de vrucht is niet te hachelen. Sterker nog: ik krijg het niet door de keel. Die smoezelige, diknatte consistentie, ik kan er niet tegen. Zodra dat drabachtige m’n tong raakt moet ik kokhalzen.
“En dat is geen aanstellen”, zeg ik overtuigd. “Het zit in onze familie: dat je niet tegen sommige structuur kunt. Zo houdt mijn vader van tomatensoep en rode pastasaus, maar de consistentie van een rauwe tomaat, daar walgt hij van. Het is de hardheid in combinatie met natte drek.”
Tina kijkt verbaasd. “Ik heb geen last van tomaat, maar ik snap hem wel”, verdedig ik mijn vader. “Bah. Stukjes in de kwark, papperig vruchtvlees in je sap of melkvelletjes; als ik erover praat krijg ik al kippenvel.”
Is dit dan echt zo gek? Volgens Tina wel. Die weet zelfs honderd procent zeker dat ‘die afwijking’ de grootste reden is dat ik single ben. Welke volwassen man wil nu een vrouw die over stukjes valt? Gelukkig had geen van mijn exen daar een probleem mee, dus daar geloof ik niks van.
En deze afkeer is heus niet aangeleerd. Want ik zie het bij mijn kind ook terug. Puck heeft, sinds ze vaste voeding kon eten, een hekel aan broccoli. Om haar te foppen kreeg ze als kleuter wel eens een pastasaus voorgeschoteld waar ik stiekem groente in had gepureerd. Uiteraard op standje ‘allerfijnst’.
Toen ze het eten voorgeschoteld kreeg, boog ze over het bord, keek strak en geconcentreerd naar de saus en roerde voorzichtig met een lepel. Ze nam een beetje saus en bekeek de lepel aandachtig. “Mama”, zei ze toen. “Hier zit dus broccoli in? Ja he? Bah.” De minuscule groene puntjes waren met het blote oog nauwelijks te zien, maar zij had ze tóch herkend.
We zijn nu tien jaar verder en ze heeft nog steeds een gloeiende hekel aan broccoli. Omdat ik vermoedde dat ze dezelfde ‘aandoening’ als haar opa en moeder heeft, vroeg ik haar laatst wat er dan zo aan tegenstond. Haar antwoord: “Het is de structuur. Alsof je een struik of boom in je mond stopt.”
Tina weet het gelukkig allemaal goed te verwoorden. “Jullie stellen je allemaal aan. Want wees eerlijk Maaike: jij houdt ook niet van papieren rietjes. Je bent sowieso een gevoelig type, als jij je tanden te stevig poetst moet je ook kokhalzen. Weet je nog toen we laatst een weekendje weg gingen?” Ik knik. “Maar ik stak per ongeluk de tandenborstel te ver in mijn keel, dat was alles.”
“Trouwens”, zegt Tina op samenzweerderige toon. “Ik ben, terwijl jij yoghurt door de gootsteen smijt omdat er stukjes in zitten, bezig met je profiel op de datingapp.” Typisch Tina, altijd drukker met mijn absente liefdesleven dan ik. Maar ik vertrouw haar, ze kijkt soms over mijn schouder mee in de app. Puur uit leedvermaak natuurlijk.
Ze lacht besmuikt. “Wat vind je van deze, meis?” Dan lees ik de beschrijving over mezelf: Houdt van: grote ezels, harde grappen en het ik-smijt-je-door-de-slaapkamer-type. Houdt niet van: stukjes (in de yoghurt), vruchtvlees en papieren rietjes.
Ik gris lachend de telefoon uit haar handen, om te voorkomen dat ze het echt plaatst, en ontdek dat ze ook mijn profielnaam heeft aangepast. Van Maaike naar ‘Een Kokhalzende Aansteller’.
Als een vriendin je Michelin-lunch afkeurt: 'Schandalig dat je zoveel betaalt voor zo weinig eten'Lees ookMaaike Olde Olthof is columnist bij LINDA.nl. Ze heeft twee tienerdochters in huis, een drie-dubbele-sandwich als levensfase en een gloeiende hekel aan huishoudelijke taken.
Ze is auteur van Wat een Scheidboek. Het rommelige co-ouderschap en het single veertigplus zijn geven genoeg inspiratie voor een roman of twaalf.